Artikel 263 (Schriftelijke aanwijzingen gecertificeerde instelling ondertoezichtstelling)
1. De gecertificeerde instelling kan ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zij kan dit doen indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemmen met, dan wel niet of onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet of indien dit noodzakelijk is teneinde de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.
2. De met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige volgen een schriftelijke aanwijzing op.
3. De gecertificeerde instelling kan de kinderrechter verzoeken een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen. Tegelijkertijd kan een door de wet toegelaten dwangmiddel worden verzocht bij niet nakoming van deze aanwijzing tenzij het belang van het kind zich tegen oplegging daarvan verzet.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]
Uitleg in duidelijke taal
1. De gecertificeerde instelling kan ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zij kan dit doen indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemmen met, dan wel niet of onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet of indien dit noodzakelijk is teneinde de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.
Dit lid bepaalt dat de gecertificeerde instelling
de bevoegdheid heeft om, in het kader van de uitvoering van haar taak, schriftelijke aanwijzingen
te geven die betrekking hebben op de verzorging en opvoeding
van de minderjarige
. De gecertificeerde instelling
mag van deze bevoegdheid gebruikmaken indien de met het gezag belaste ouder
of de minderjarige
niet instemt met het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet
, of daaraan niet of onvoldoende medewerking verleent. Daarnaast kan de gecertificeerde instelling
schriftelijke aanwijzingen
geven als dit noodzakelijk is om concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen
.
2. De met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige volgen een schriftelijke aanwijzing op.
Dit lid stelt dat de met het gezag belaste ouders of ouder
en de minderjarige
verplicht zijn een schriftelijke aanwijzing
van de gecertificeerde instelling
op te volgen.
3. De gecertificeerde instelling kan de kinderrechter verzoeken een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen. Tegelijkertijd kan een door de wet toegelaten dwangmiddel worden verzocht bij niet nakoming van deze aanwijzing tenzij het belang van het kind zich tegen oplegging daarvan verzet.
Dit lid geeft de gecertificeerde instelling
de mogelijkheid om de kinderrechter
te verzoeken een door haar gegeven schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen
. Gelijktijdig met dit verzoek kan de gecertificeerde instelling
de kinderrechter
vragen om een door de wet toegelaten dwangmiddel
op te leggen voor het geval de schriftelijke aanwijzing
niet wordt nagekomen. Een dergelijk dwangmiddel
kan echter niet worden verzocht indien het belang van het kind zich tegen oplegging daarvan verzet
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:1148 - Geen zelfstandige toetsing perspectiefbesluit, wel indirecte beoordeling via geschillenregeling
Een perspectiefbesluit kan niet zelfstandig via de geschillenregeling van art. 1:262b BW aan de rechter worden voorgelegd. Wel moet de rechter het besluit beoordelen als dit nodig is om te beslissen over een ander geschil betreffende de uitvoering van de ondertoezichtstelling.
ECLI:NL:HR:2018:2321 - Bevoegdheid GI bij contactbeperking: art. 1:265f versus 1:265g BW
De Hoge Raad oordeelt dat een gecertificeerde instelling (GI) niet langer op basis van een schriftelijke aanwijzing contact mag beperken buiten een uithuisplaatsing. Hiervoor moet de GI zich wenden tot de rechter via art. 1:265g BW, dat ruimere rechtsbescherming biedt.
ECLI:NL:HR:2021:1003 - Lex Specialis bij Schoolkeuze: Voorrang voor Art. 1:265e BW
Als een Gecertificeerde Instelling (GI) voor een geschil over schoolkeuze de specifieke procedure van art. 1:265e BW kan gebruiken, mag zij niet de algemenere weg van een schriftelijke aanwijzing (art. 1:263 BW) of geschillenregeling (art. 1:262b BW) bewandelen vanwege de ruimere rechtsbescherming voor de ouder.
ECLI:NL:HR:2000:AA8104
ECLI:NL:HR:2010:BL7043
ECLI:NL:HR:2021:748 - Hoge Raad: Toestemming vakantie pleegkind bij uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling
Pleegouders hebben in beginsel geen toestemming nodig van de met gezag belaste ouders voor een vakantie met een uit huis geplaatst kind. Wel moeten zij de gecertificeerde instelling (GI) om toestemming vragen als de vakantie de omgangsregeling met de ouders raakt.