Artikel 262b (Geschillen uitvoering ondertoezichtstelling kinderrechter)
Geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen, die omtrent gedragingen als bedoeld in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet, uitgezonderd, kunnen aan de kinderrechter worden voorgelegd. De kinderrechter neemt op verzoek van een met het gezag belaste ouder, de minderjarige van twaalf jaar of ouder, de gecertificeerde instelling, degene die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, of de zorgaanbieder of de aanbieder van de jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, waar de minderjarige is geplaatst, een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. Hij beproeft alvorens te beslissen een vergelijk tussen de betrokkenen.
Uitleg in duidelijke taal
Geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen, die omtrent gedragingen als bedoeld in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet, uitgezonderd, kunnen aan de kinderrechter worden voorgelegd. De kinderrechter neemt op verzoek van een met het gezag belaste ouder, de minderjarige van twaalf jaar of ouder, de gecertificeerde instelling, degene die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, of de zorgaanbieder of de aanbieder van de jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, waar de minderjarige is geplaatst, een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. Hij beproeft alvorens te beslissen een vergelijk tussen de betrokkenen.
- een ouder die met het gezag belast is,
- de minderjarige van twaalf jaar of ouder,
- de gecertificeerde instelling,
- degene die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt,
- of de zorgaanbieder of de aanbieder van jeugdhulp (zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet) waar de minderjarige geplaatst is. Voordat de kinderrechter een beslissing neemt, probeert hij een vergelijk (schikking) tussen de betrokkenen te bewerkstelligen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:1148 - Geen zelfstandige toetsing perspectiefbesluit, wel indirecte beoordeling via geschillenregeling
Een perspectiefbesluit kan niet zelfstandig via de geschillenregeling van art. 1:262b BW aan de rechter worden voorgelegd. Wel moet de rechter het besluit beoordelen als dit nodig is om te beslissen over een ander geschil betreffende de uitvoering van de ondertoezichtstelling.
ECLI:NL:HR:2021:1003 - Lex Specialis bij Schoolkeuze: Voorrang voor Art. 1:265e BW
Als een Gecertificeerde Instelling (GI) voor een geschil over schoolkeuze de specifieke procedure van art. 1:265e BW kan gebruiken, mag zij niet de algemenere weg van een schriftelijke aanwijzing (art. 1:263 BW) of geschillenregeling (art. 1:262b BW) bewandelen vanwege de ruimere rechtsbescherming voor de ouder.
ECLI:NL:HR:2021:748 - Hoge Raad: Toestemming vakantie pleegkind bij uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling
Pleegouders hebben in beginsel geen toestemming nodig van de met gezag belaste ouders voor een vakantie met een uit huis geplaatst kind. Wel moeten zij de gecertificeerde instelling (GI) om toestemming vragen als de vakantie de omgangsregeling met de ouders raakt.