Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 4. Ondertoezichtstelling van minderjarigen
Artikel 262

Artikel 262 (Taken gecertificeerde instelling bij ondertoezichtstelling)

Laatste versie

1. De gecertificeerde instelling houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouders of ouder hulp en steun worden geboden opdat de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige, bedoeld in artikel 255, vijfde lid, binnen de duur van de ondertoezichtstelling worden weggenomen. De inspanningen van de gecertificeerde instelling zijn erop gericht de ouders of de ouder zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen te laten dragen.

2. Indien het ontwikkelingsniveau van de minderjarige en diens bekwaamheid en behoefte zelfstandig te handelen en zijn leven naar eigen inzicht in te richten daartoe aanleiding geven, zijn de inspanningen van de gecertificeerde instelling dienovereenkomstig mede gericht op het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige.

3. De gecertificeerde instelling bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. De gecertificeerde instelling houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouders of ouder hulp en steun worden geboden opdat de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige, bedoeld in artikel 255, vijfde lid, binnen de duur van de ondertoezichtstelling worden weggenomen. De inspanningen van de gecertificeerde instelling zijn erop gericht de ouders of de ouder zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen te laten dragen.

Dit betekent letterlijk: De gecertificeerde instelling heeft de taak om toezicht te houden op de minderjarige. Daarnaast zorgt de instelling ervoor dat zowel de minderjarige als de ouders of ouder die het gezag hebben (met het gezag belaste ouders of ouder) hulp en steun ontvangen. Het doel hiervan is dat de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige, zoals genoemd in artikel 255, vijfde lid, gedurende de periode van de ondertoezichtstelling verdwijnen (worden weggenomen). De gecertificeerde instelling moet zich inspannen om de ouders of ouder zoveel mogelijk zelf de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen te laten behouden.

2. Indien het ontwikkelingsniveau van de minderjarige en diens bekwaamheid en behoefte zelfstandig te handelen en zijn leven naar eigen inzicht in te richten daartoe aanleiding geven, zijn de inspanningen van de gecertificeerde instelling dienovereenkomstig mede gericht op het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige.

Dit betekent letterlijk: Wanneer het ontwikkelingsniveau van de minderjarige, zijn of haar bekwaamheid (vermogen) en zijn of haar behoefte om zelfstandig te handelen en zijn of haar leven naar eigen inzicht in te richten daar een reden voor vormen (daartoe aanleiding geven), dan moet de gecertificeerde instelling zich ook inspannen (dienovereenkomstig mede gericht op) om de zelfstandigheid van de minderjarige te vergroten.

3. De gecertificeerde instelling bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige.

Dit betekent letterlijk: De gecertificeerde instelling stimuleert en ondersteunt (bevordert) de gezinsband (de familieband) tussen de ouders of ouder die het gezag hebben (met het gezag belaste ouders of ouder) en de minderjarige.

Gerelateerde rechtspraak