Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 12. Adoptie
Artikel 230

Artikel 230 (Gevolgen en inwerkingtreding adoptie)

Laatste versie

1. De adoptie heeft haar gevolgen vanaf de dag, waarop de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

2. Indien het kind is geboren binnen de relatie van de ouder en de adoptant en de adoptie voor de geboorte van het kind is verzocht, werkt deze terug tot het tijdstip van geboorte van het kind; indien de adoptie uiterlijk zes maanden na de geboorte van het kind is verzocht, werkt deze terug tot het tijdstip van indiening van het verzoek. Het bepaalde in de eerste volzin is niet van toepassing indien voor de adoptie familierechtelijke betrekkingen waren gevestigd tussen het kind en een andere ouder en deze door de adoptie zijn verbroken. De adoptie kan in het geval, bedoeld in de eerste volzin, ook worden uitgesproken indien de adoptant na indiening van het verzoek is overleden.

3. De adoptie blijft haar gevolgen behouden, ook al zou blijken, dat de rechter de door artikel 228 van dit boek gestelde voorwaarden ten onrechte als vervuld zou hebben aangenomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De adoptie heeft haar gevolgen van de dag, waarop de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

Dit betekent dat de adoptie rechtsgevolgen heeft vanaf de dag dat de rechterlijke uitspraak definitief is geworden en niet meer kan worden aangevochten (in kracht van gewijsde is gegaan).

2. Indien het kind is geboren binnen de relatie van de ouder en de adoptant en de adoptie voor de geboorte van het kind is verzocht, werkt deze terug tot het tijdstip van geboorte van het kind; indien de adoptie uiterlijk zes maanden na de geboorte van het kind is verzocht, werkt deze terug tot het tijdstip van indiening van het verzoek. Het bepaalde in de eerste volzin is niet van toepassing indien voor de adoptie familierechtelijke betrekkingen waren gevestigd tussen het kind en een andere ouder en deze door de adoptie zijn verbroken. De adoptie kan in het geval, bedoeld in de eerste volzin, ook worden uitgesproken indien de adoptant na indiening van het verzoek is overleden.

Dit lid beschrijft de terugwerkende kracht van adoptie in specifieke situaties:

  • Als het kind is geboren binnen de relatie van de ouder en de adoptant en het verzoek tot adoptie is gedaan vóór de geboorte van het kind, dan hebben de gevolgen van de adoptie terugwerkende kracht tot het moment van de geboorte van het kind.
  • Als het verzoek tot adoptie uiterlijk zes maanden na de geboorte van het kind is gedaan, dan hebben de gevolgen terugwerkende kracht tot het moment waarop het verzoek is ingediend (tijdstip van indiening van het verzoek). De regel over terugwerkende kracht (zoals beschreven in de eerste volzin) geldt niet als er vóór de adoptie al familierechtelijke betrekkingen bestonden tussen het kind en een andere ouder, en deze betrekkingen door de adoptie zijn beëindigd (verbroken). In het geval dat het kind is geboren binnen de relatie van de ouder en de adoptant en de adoptie voor de geboorte is verzocht (zoals bedoeld in de eerste volzin), kan de adoptie ook worden uitgesproken als de adoptant na het indienen van het verzoek is overleden.

3. De adoptie blijft haar gevolgen behouden, ook al zou blijken, dat de rechter de door artikel 228 van dit boek gestelde voorwaarden ten onrechte als vervuld zou hebben aangenomen.

Dit betekent dat de adoptie en haar gevolgen geldig blijven (haar gevolgen behouden), zelfs als later mocht blijken dat de rechter ten onrechte heeft aangenomen dat aan de voorwaarden voor adoptie, zoals gesteld in artikel 228 van dit boek, was voldaan.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:5928 - Rechtbank Midden-Nederland - 9 oktober 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:59289 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2150 - Rechtbank Amsterdam - 17 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:215017 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2148 - Rechtbank Amsterdam - 17 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:214817 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2149 - Rechtbank Amsterdam - 17 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:214917 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:1151 - Rechtbank Amsterdam - 31 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:115131 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:7118 - Rechtbank Rotterdam - 25 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:711825 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:9521 - Rechtbank Rotterdam - 29 september 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:952129 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:9094 - Rechtbank Rotterdam - 4 september 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:90944 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3591 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:359130 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2156 - Rechtbank Amsterdam - 16 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:215616 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak