Artikel 205a (Vernietiging erkenning door niet-biologische moeder)
1. Een verzoek tot vernietiging van de door de moeder gedane erkenning kan, op de grond dat de moeder niet de biologische moeder van het kind is, bij de rechtbank worden ingediend:
a. door het kind zelf, tenzij de erkenning tijdens zijn meerderjarigheid heeft plaatsgevonden; b. door de erkenner, indien zij door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden daartoe is bewogen; c. door de andere moeder, indien zij door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden bewogen is toestemming tot de erkenning te geven.
2. Op de vernietiging van de erkenning is artikel 205, tweede tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een verzoek tot vernietiging van de door de moeder gedane erkenning kan, op de grond dat de moeder niet de biologische moeder van het kind is, bij de rechtbank worden ingediend:
Dit lid stelt dat een aanvraag (verzoek) om de erkenning die door de moeder is gedaan ongeldig te maken (te vernietigen), kan worden ingediend bij de rechtbank. De reden (grond) voor dit verzoek moet zijn dat de moeder die het kind heeft erkend, niet de biologische moeder van het kind is.
a. door het kind zelf, tenzij de erkenning tijdens zijn meerderjarigheid heeft plaatsgevonden;
Dit sublid specificeert dat het kind zelf het verzoek tot vernietiging kan indienen. Een uitzondering hierop is wanneer de erkenning heeft plaatsgevonden terwijl het kind al meerderjarig was.
b. door de erkenner, indien zij door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden daartoe is bewogen;
Dit sublid stelt dat de moeder die het kind heeft erkend (de erkenner) het verzoek kan indienen. Dit kan alleen als zij tot de erkenning is aangezet (bewogen) door bedreiging, dwaling (een verkeerde veronderstelling), bedrog, of, indien zij minderjarig was ten tijde van de erkenning, door misbruik van omstandigheden.
c. door de andere moeder, indien zij door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden bewogen is toestemming tot de erkenning te geven.
Dit sublid geeft aan dat de andere moeder (bijvoorbeeld de partner van de biologische moeder in geval van een lesbisch paar, of de biologische moeder zelf indien zij niet de erkenner was) het verzoek kan indienen. Dit is mogelijk als zij ertoe is aangezet (bewogen) om toestemming voor de erkenning te geven door bedreiging, dwaling, bedrog, of, indien zij minderjarig was, door misbruik van omstandigheden.
2. Op de vernietiging van de erkenning is artikel 205, tweede tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
Dit lid bepaalt dat de regels die zijn vastgelegd in artikel 205, specifiek het tweede tot en met het vijfde lid, op eenzelfde manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor de vernietiging van de erkenning zoals beschreven in dit artikel (artikel 205a).