Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 10. Scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed
Afdeling 2. Ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed
Artikel 179

Artikel 179 (Termijn ontbinding huwelijk na scheiding)

Laatste versie

1. Ontbinding van het huwelijk van echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, wordt op verzoek van een der echtgenoten uitgesproken, indien de scheiding ten minste drie jaren heeft geduurd.

2. De termijn van drie jaren kan op verzoek van een echtgenoot worden bekort tot ten minste een jaar, indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige mate dat van de echtgenoot, die het verzoek heeft gedaan, niet kan worden gevergd het huwelijk te doen voortbestaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. Ontbinding van het huwelijk van echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, wordt op verzoek van een der echtgenoten uitgesproken, indien de scheiding tenminste drie jaren heeft geduurd.

Dit betekent letterlijk dat de ontbinding van het huwelijk van echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, wordt uitgesproken (door een rechter) op verzoek van een der echtgenoten (één van de twee echtgenoten), indien de scheiding (van tafel en bed) tenminste drie jaren heeft geduurd.

2. De termijn van drie jaren kan op verzoek van een echtgenoot worden bekort tot ten minste een jaar, indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige mate dat van de echtgenoot, die het verzoek heeft gedaan, niet kan worden gevergd het huwelijk te doen voortbestaan.

Dit betekent letterlijk dat de termijn van drie jaren (zoals genoemd in lid 1) op verzoek van een echtgenoot kan worden bekort tot ten minste een jaar. Dit is mogelijk indien de andere echtgenoot zich gedurig (voortdurend of herhaaldelijk) schuldig maakt aan wangedrag. Dit wangedrag moet in zodanige mate zijn dat van de echtgenoot, die het verzoek heeft gedaan, niet kan worden gevergd (geëist of verwacht) het huwelijk te doen voortbestaan (in stand te laten).