Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 15. Vaststellingsovereenkomst
Artikel 901

Artikel 901 (Vereisten totstandkoming vaststelling)

Laatste versie

1. De totstandkoming van de vaststelling is gebonden aan de vereisten waaraan moet worden voldaan om de met de beslissing beoogde rechtstoestand, uitgaande van die waarvan zij mogelijk afwijkt, tot stand te brengen.

2. Ieder van de partijen is jegens de andere verplicht te verrichten hetgeen van haar zijde nodig is om aan de vereisten voor de totstandkoming van de vaststelling te voldoen.

3. Voor zover aan deze vereisten kan worden voldaan door een verklaring van partijen of een hunner, wordt deze verklaring in de vaststellingsovereenkomst besloten geacht, tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit.

Uitleg in duidelijke taal

1. De totstandkoming van de vaststelling is gebonden aan de vereisten waaraan moet worden voldaan om de met de beslissing beoogde rechtstoestand, uitgaande van die waarvan zij mogelijk afwijkt, tot stand te brengen.

Dit lid betekent letterlijk dat het tot stand komen van de vaststelling (de bindende afspraak of beslissing) afhankelijk is van het voldoen aan specifieke vereisten. Deze vereisten zijn dezelfde als die welke nageleefd moeten worden om de rechtstoestand te bewerkstelligen die partijen met hun beslissing beogen, zelfs als deze nieuwe rechtstoestand verschilt van de situatie waarvan wordt uitgegaan.

2. Ieder van de partijen is jegens de andere verplicht te verrichten hetgeen van haar zijde nodig is om aan de vereisten voor de totstandkoming van de vaststelling te voldoen.

Dit lid stelt letterlijk dat elke partij ten opzichte van de andere partij(en) verplicht is om datgene te doen wat van haar kant noodzakelijk is om te voldoen aan de vereisten die gelden voor de totstandkoming van de vaststelling.

3. Voor zover aan deze vereisten kan worden voldaan door een verklaring van partijen of een hunner, wordt deze verklaring in de vaststellingsovereenkomst besloten geacht, tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit.

Dit lid betekent letterlijk: indien aan de gestelde vereisten voldaan kan worden door middel van een verklaring afgelegd door de partijen gezamenlijk, of door één van hen (een hunner), dan wordt aangenomen (geacht) dat deze verklaring reeds deel uitmaakt van (besloten ligt in) de vaststellingsovereenkomst zelf. Dit geldt niet als de overeenkomst expliciet anders bepaalt (tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden