Artikel 349 (Pachter ongedaanmaking veranderingen bij ontruiming)
1. De pachter is tot de ontruiming bevoegd door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen ongedaan te maken, mits daarbij het gepachte in de toestand wordt gebracht, die bij het einde van de pacht redelijkerwijs in overeenstemming met de oorspronkelijke kan worden geacht.
2. De pachter is niet verplicht tot het ongedaan maken van geoorloofde veranderingen en toevoegingen, onverminderd de bevoegdheid van de rechter om hem op de voet van artikel 348 lid 4 de verplichting op te leggen hiervoor vóór de ontruiming van het gepachte zorg te dragen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De pachter is tot de ontruiming bevoegd door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen ongedaan te maken, mits daarbij het gepachte in de toestand wordt gebracht, die bij het einde van de pacht redelijkerwijs in overeenstemming met de oorspronkelijke kan worden geacht.
Dit lid bepaalt dat de pachter
tot aan de ontruiming
bevoegd
is om veranderingen en toevoegingen
die hijzelf heeft aangebracht
ongedaan te maken
. Een voorwaarde hierbij is (mits
) dat het gepachte
daardoor in een toestand wordt gebracht
, die bij het einde van de pacht
redelijkerwijs in overeenstemming met de oorspronkelijke
toestand kan worden geacht
.
2. De pachter is niet verplicht tot het ongedaan maken van geoorloofde veranderingen en toevoegingen, onverminderd de bevoegdheid van de rechter om hem op de voet van artikel 348 lid 4 de verplichting op te leggen hiervoor vóór de ontruiming van het gepachte zorg te dragen.
Dit lid stelt dat de pachter
niet verplicht
is om geoorloofde veranderingen en toevoegingen
ongedaan
te maken
. Dit laat echter (onverminderd
) de bevoegdheid van de rechter
onverlet om de pachter, op basis van (op de voet van
) artikel 348 lid 4
, de verplichting op te leggen
om voor het ongedaan maken van deze veranderingen en toevoegingen vóór de ontruiming van het gepachte
zorg te dragen
.