Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 5. Huur van woonruimte
Onderafdeling 4. Het eindigen van de huur
Artikel 272

Artikel 272 (Voortduring huur na opzegging tot rechterlijke beslissing)

Laatste versie

1. Een opgezegde huurovereenkomst blijft, tenzij de huurder de overeenkomst heeft opgezegd of na de opzegging door de verhuurder schriftelijk in de beëindiging ervan heeft toegestemd, na de dag waartegen rechtsgeldig is opgezegd van rechtswege van kracht, tot de rechter onherroepelijk heeft beslist op een vordering van de verhuurder als in lid 2 bedoeld.

2. De verhuurder kan, indien hij zes weken na de opzegging niet van de huurder een schriftelijke mededeling heeft ontvangen dat hij in de beëindiging van de huurovereenkomst toestemt, op de gronden vermeld in de opzegging vorderen dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een opgezegde huurovereenkomst blijft, tenzij de huurder de overeenkomst heeft opgezegd of na de opzegging door de verhuurder schriftelijk in de beëindiging ervan heeft toegestemd, na de dag waartegen rechtsgeldig is opgezegd van rechtswege van kracht, tot de rechter onherroepelijk heeft beslist op een vordering van de verhuurder als in lid 2 bedoeld.

Dit betekent letterlijk: een opgezegde huurovereenkomst blijft van rechtswege van kracht na de dag waartegen rechtsgeldig is opgezegd. Deze situatie duurt voort tot de rechter onherroepelijk heeft beslist op een vordering van de verhuurder als in lid 2 bedoeld. Deze regel geldt echter niet als de huurder de overeenkomst zelf heeft opgezegd, of als de huurder na de opzegging door de verhuurder schriftelijk in de beëindiging ervan heeft toegestemd.

2. De verhuurder kan, indien hij zes weken na de opzegging niet van de huurder een schriftelijke mededeling heeft ontvangen dat hij in de beëindiging van de huurovereenkomst toestemt, op de gronden vermeld in de opzegging vorderen dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen.

Dit betekent letterlijk: de verhuurder kan op de gronden vermeld in de opzegging vorderen dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen. De verhuurder heeft deze mogelijkheid indien hij zes weken na de opzegging van de huurder geen schriftelijke mededeling heeft ontvangen waarin deze toestemt in de beëindiging van de huurovereenkomst.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

10 uitspraken gevonden
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17771 - Rechtbank Den Haag - 23 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1777123 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4151 - Rechtbank Midden-Nederland - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:41516 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4110 - Rechtbank Midden-Nederland - 25 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:411025 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3838 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:383822 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14880 - Rechtbank Den Haag - 9 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:148809 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBouwrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:7700 - Rechtbank Noord-Holland - 9 juli 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:77009 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2552 - Gerechtshof Amsterdam - 30 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:255230 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7449 - Dringend eigen gebruik strandt op ontbreken passende woonruimte voor huurder - 12 september 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:744912 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank Gelderland wijst een vordering tot beëindiging van een huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik af. Hoewel de verhuurder een belang heeft bij eigen gebruik, is niet voldaan aan de cumulatieve voorwaarde dat voor de huurder andere passende woonruimte beschikbaar is. Deze voorwaarde is essentieel.

Civiel RechtHuurrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6481 - Rechtbank Amsterdam - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:648122 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9592 - Rechtbank Rotterdam - 18 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:959218 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht