Artikel 188 (Sommenverzekering begunstiging als gift)
1. De aanwijzing van een begunstigde bij een sommenverzekering wordt, wanneer zij is aanvaard of kan worden aanvaard, aangemerkt als een gift, tenzij zij geschiedt ter nakoming van een verbintenis anders dan een uit schenking. De artikelen 177, 179, 181, 182 en187 zijn op deze giften niet van toepassing.
2. Als waarde van een gift door begunstiging bij een sommenverzekering geldt de waarde van de daaruit voortvloeiende rechten op uitkering. Indien de begunstiging slechts ten dele als gift wordt aangemerkt, geldt als waarde van de gift een evenredig deel van de waarde van de daaruit voortvloeiende rechten op uitkering.
3. Het bedrag dat de verzekeraar krachtens de wet of een overeenkomst met de verzekeringnemer op de uitkering inhoudt, komt in de eerste plaats op de waarde van de gift in mindering.
Uitleg in duidelijke taal
1. De aanwijzing van een begunstigde bij een sommenverzekering wordt, wanneer zij is aanvaard of kan worden aanvaard, aangemerkt als een gift, tenzij zij geschiedt ter nakoming van een verbintenis anders dan een uit schenking. De artikelen 177, 179, 181, 182 en187 zijn op deze giften niet van toepassing.
Dit lid stelt dat de aanwijzing van een begunstigde
bij een sommenverzekering
als een gift
wordt aangemerkt
op het moment dat deze aanwijzing
aanvaard
is of aanvaard kan worden
. Een uitzondering hierop is wanneer de aanwijzing
plaatsvindt ter nakoming van een verbintenis
die niet voortkomt uit schenking
. Verder specificeert dit lid dat de artikelen 177, 179, 181, 182 en 187 niet gelden voor dergelijke giften
.
2. Als waarde van een gift door begunstiging bij een sommenverzekering geldt de waarde van de daaruit voortvloeiende rechten op uitkering. Indien de begunstiging slechts ten dele als gift wordt aangemerkt, geldt als waarde van de gift een evenredig deel van de waarde van de daaruit voortvloeiende rechten op uitkering.
Dit lid bepaalt dat de waarde van een gift
die ontstaat door begunstiging bij een sommenverzekering
, gelijk is aan de waarde van de rechten op uitkering
die uit die begunstiging
voortvloeien. Wanneer de begunstiging
maar voor een deel (slechts ten dele
) als gift wordt aangemerkt
, dan wordt de waarde van de gift
berekend als een evenredig deel
van de waarde van de rechten op uitkering
die daaruit voortkomen.
3. Het bedrag dat de verzekeraar krachtens de wet of een overeenkomst met de verzekeringnemer op de uitkering inhoudt, komt in de eerste plaats op de waarde van de gift in mindering.
Dit lid stelt dat een bedrag dat de verzekeraar
inhoudt op de uitkering
, op basis van (krachtens
) de wet
of een overeenkomst met de verzekeringnemer
, allereerst (in de eerste plaats
) wordt afgetrokken van (komt in mindering op
) de waarde van de gift
.