Artikel 116 (Beperkingen huurkoop woonruimte koopprijs ontbinding)
1. Niet kan worden bedongen dat gedurende de contractsperiode een hogere koopprijs wordt vastgesteld, tenzij het met inachtneming van artikel 128 vastgestelde aanpassingen betreft van de in de overeenkomst vermelde rentevoet of het gaat om indexering aan de hand van een van overheidswege vastgesteld indexcijfer.
2. Evenmin kan worden bedongen dat in geval de huurkoper in de nakoming van zijn verplichtingen tekortschiet, de huurkoopovereenkomst van rechtswege wordt ontbonden of eindigt, dan wel door de huurverkoper kan worden ontbonden of beëindigd zonder ingebrekestelling.
3. De huurverkoper mag niet tot ontbinding of beëindiging overgaan dan nadat de bij de ingebrekestelling gestelde redelijke termijn van tenminste twee maanden is verstreken en de huurverkoper de huurkoper heeft uitgenodigd om met hem in overleg te treden over diens betalingsachterstand, tenzij dit van de huurverkoper in redelijkheid niet kan worden gevergd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Niet kan worden bedongen dat gedurende de contractsperiode een hogere koopprijs wordt vastgesteld, tenzij het met inachtneming van artikel 128 vastgestelde aanpassingen betreft van de in de overeenkomst vermelde rentevoet of het gaat om indexering aan de hand van een van overheidswege vastgesteld indexcijfer.
Dit betekent letterlijk dat er niet mag worden afgesproken (bedongen) dat tijdens de looptijd van het contract (gedurende de contractsperiode) een hogere koopprijs wordt bepaald (vastgesteld). Een uitzondering hierop is toegestaan als het gaat om aanpassingen van de in de overeenkomst genoemde rentevoet, die zijn vastgesteld met inachtneming van artikel 128, of als het een indexering betreft op basis van een door de overheid (van overheidswege) vastgesteld indexcijfer.
2. Evenmin kan worden bedongen dat in geval de huurkoper in de nakoming van zijn verplichtingen tekortschiet, de huurkoopovereenkomst van rechtswege wordt ontbonden of eindigt, dan wel door de huurverkoper kan worden ontbonden of beëindigd zonder ingebrekestelling.
Dit betekent letterlijk dat er eveneens niet mag worden afgesproken (bedongen) dat, wanneer de huurkoper zijn verplichtingen niet nakomt (tekortschiet), de huurkoopovereenkomst automatisch (van rechtswege) wordt ontbonden of eindigt. Ook mag niet worden bedongen dat de huurverkoper de overeenkomst kan ontbinden of beëindigen zonder de huurkoper eerst formeel in gebreke te stellen (zonder ingebrekestelling).
3. De huurverkoper mag niet tot ontbinding of beëindiging overgaan dan nadat de bij de ingebrekestelling gestelde redelijke termijn van tenminste twee maanden is verstreken en de huurverkoper de huurkoper heeft uitgenodigd om met hem in overleg te treden over diens betalingsachterstand, tenzij dit van de huurverkoper in redelijkheid niet kan worden gevergd.
Dit betekent letterlijk dat de huurverkoper de huurkoopovereenkomst niet mag ontbinden of beëindigen, tenzij aan de volgende voorwaarden is voldaan: de in de ingebrekestelling genoemde redelijke termijn van minimaal (tenminste) twee maanden moet zijn afgelopen (verstreken), én de huurverkoper moet de huurkoper hebben uitgenodigd voor een gesprek (overleg) over zijn of haar (diens) betalingsachterstand. Een uitzondering geldt indien dit redelijkerwijs (in redelijkheid) niet van de huurverkoper kan worden verwacht (gevergd).