Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 3. Algemene voorwaarden
Artikel 238

Artikel 238 (Algemene voorwaarden oninroepbaarheid bedingen duidelijkheidsnorm)

Laatste versie

1. Bij een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 236 en 237, kan jegens de wederpartij geen beroep worden gedaan

a. op het feit dat de overeenkomst in naam van een derde is gesloten, indien dit beroep berust op het enkele feit dat een beding van deze strekking in de algemene voorwaarden voorkomt; b. op het feit dat de algemene voorwaarden beperkingen bevatten van de bevoegdheid van een gevolmachtigde van de gebruiker, die zo ongebruikelijk zijn dat de wederpartij ze zonder het beding niet behoefde te verwachten, tenzij zij ze kende.

2. Bij een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 236 en 237 moeten de bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Bij twijfel over de betekenis van een beding, prevaleert de voor de wederpartij gunstigste uitleg.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 236 en 237, kan jegens de wederpartij geen beroep worden gedaan

Dit betekent dat bij een overeenkomst die valt onder de reikwijdte van artikel 236 en 237 van het Burgerlijk Wetboek, de gebruiker van algemene voorwaarden zich tegenover de wederpartij niet kan beroepen op de hieronder genoemde feiten.

a. op het feit dat de overeenkomst in naam van een derde is gesloten, indien dit beroep berust op het enkele feit dat een beding van deze strekking in de algemene voorwaarden voorkomt;

Dit houdt in dat de gebruiker zich niet kan beroepen op het feit dat de overeenkomst namens een derde partij is gesloten, als dit beroep uitsluitend gebaseerd is op een clausule (beding) met die inhoud (strekking) die in de algemene voorwaarden staat.

b. op het feit dat de algemene voorwaarden beperkingen bevatten van de bevoegdheid van een gevolmachtigde van de gebruiker, die zo ongebruikelijk zijn dat de wederpartij ze zonder het beding niet behoefde te verwachten, tenzij zij ze kende.

Dit betekent dat de gebruiker zich evenmin kan beroepen op het feit dat de algemene voorwaarden beperkingen opleggen aan de handelingsbevoegdheid van een vertegenwoordiger (gevolmachtigde) van de gebruiker. Dit geldt specifiek als deze beperkingen zo ongebruikelijk zijn dat de wederpartij deze, zonder dat het beding expliciet was opgenomen, redelijkerwijs niet hoefde te verwachten, tenzij de wederpartij daadwerkelijk van deze beperkingen op de hoogte was (ze kende).

2. Bij een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 236 en 237 moeten de bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Bij twijfel over de betekenis van een beding, prevaleert de voor de wederpartij gunstigste uitleg.

Dit lid stelt dat bij een overeenkomst die valt onder de reikwijdte van artikel 236 en 237, de bepalingen (bedingen) in die overeenkomst helder en verstaanbaar moeten zijn geformuleerd. Indien er onduidelijkheid of twijfel bestaat over de interpretatie (betekenis) van een beding, dan heeft de uitleg die het meest voordelig is voor de wederpartij voorrang (prevaleert).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

6 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:970 - Conclusie P-G: Rechtsgrond periodieke aansluitbijdrage stadsverwarming en verrekening verjaarde vordering - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:97012 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De P-G adviseert de Hoge Raad het arrest te vernietigen. Het hof oordeelde onjuist dat een verjaarde vordering tot terugbetaling van de aansluitbijdrage altijd kan worden verrekend. Voor verrekening is vereist dat de verrekeningsbevoegdheid al bestond vóórdat de vordering verjaarde.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Parket bij de Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:969 - Conclusie P-G: Uitleg leveringsovereenkomst stadsverwarming en verborgen aansluitbijdrage - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:96912 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De P-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Het oordeel van het hof dat de leveringsovereenkomst geen rechtsgrond biedt voor het periodiek in rekening brengen van een aansluitbijdrage, is juridisch juist. Onduidelijkheid in de voorwaarden komt voor rekening van de energieleverancier.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9928 - Rechtbank Noord-Holland - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:992827 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerzekeringsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10238 - Rechtbank Rotterdam - 22 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1023822 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2089 - Gerechtshof Amsterdam - 5 augustus 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:20895 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5595 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 2 september 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:55952 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerzekeringsrecht, Letselschaderecht, Verbintenissenrecht