Burgerlijk Wetboek Boek 6

Voldoet een overeenkomst aan de omschrijving van twee of meer door de wet geregelde bijzondere soorten van overeenkomsten, dan zijn de voor elk van die soorten gegeven bepalingen naast elkaar op de overeenkomst van toepassing, behoudens voor zover deze bepalingen niet wel verenigbaar zijn of de strekking daarvan in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen toepassing verzet.

Dit artikel bepaalt dat wanneer een overeenkomst de kenmerken vertoont van twee of meer specifieke soorten overeenkomsten die afzonderlijk in de wet zijn geregeld (bijzondere soorten van overeenkomsten), dan gelden in principe de wettelijke regels (bepalingen) voor elk van die soorten overeenkomsten tegelijkertijd (naast elkaar) voor die ene overeenkomst. Hierop bestaat een uitzondering (behoudens) in twee situaties:

1. Als de betreffende wettelijke bepalingen onderling niet goed samengaan of tegenstrijdig zijn (niet wel verenigbaar zijn).
2. Of als de bedoeling (strekking) van die bepalingen, in relatie tot de specifieke aard van de overeenkomst, zich tegen de toepassing van die bepalingen verzet.