Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 3. Onrechtmatige daad
Afdeling 4. Misleidende en vergelijkende reclame
Artikel 195

Artikel 195 (Bewijslast en aansprakelijkheid misleidende vergelijkende reclame)

Laatste versie

1. Indien een vordering ingevolge artikel 194 of artikel 194a wordt ingesteld tegen iemand die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele heeft bepaald of doen bepalen, rust op hem de bewijslast ter zake van de juistheid of volledigheid van de feiten die in de mededeling zijn vervat of daardoor worden gesuggereerd en waarop het beweerde misleidende karakter van de mededeling berust onderscheidenlijk waarop de ongeoorloofdheid van de vergelijkende reclame berust. Ingeval van vergelijkende reclame dient degene die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald of doen bepalen binnen korte termijn de bewijzen aan te dragen waarop de materiële juistheid en volledigheid van de feitelijke gegevens in de reclame rust.

2. Indien volgens artikel 194 en artikel 194a onrechtmatig is gehandeld door iemand die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald of doen bepalen, is hij voor de dientengevolge ontstane schade aansprakelijk, tenzij hij bewijst dat zulks noch aan zijn schuld is te wijten noch op andere grond voor zijn rekening komt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een vordering ingevolge artikel 194 of artikel 194a wordt ingesteld tegen iemand die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele heeft bepaald of doen bepalen, rust op hem de bewijslast ter zake van de juistheid of volledigheid van de feiten die in de mededeling zijn vervat of daardoor worden gesuggereerd en waarop het beweerde misleidende karakter van de mededeling berust onderscheidenlijk waarop de ongeoorloofdheid van de vergelijkende reclame berust. Ingeval van vergelijkende reclame dient degene die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald of doen bepalen binnen korte termijn de bewijzen aan te dragen waarop de materiële juistheid en volledigheid van de feitelijke gegevens in de reclame rust.

Dit lid stelt dat indien een vordering op grond van artikel 194 (over misleidende reclame) of artikel 194a (over vergelijkende reclame) wordt ingesteld tegen iemand die de inhoud en de vormgeving (inkleding) van de mededeling geheel of gedeeltelijk (ten dele) heeft bepaald of heeft laten bepalen (doen bepalen), de bewijslast op die persoon rust. Deze bewijslast betreft de juistheid of volledigheid van de feiten die in de mededeling zijn opgenomen (vervat) of daardoor worden gesuggereerd. Het gaat specifiek om de feiten waarop het beweerde misleidende karakter van de mededeling berust, onderscheidenlijk waarop de ongeoorloofdheid van de vergelijkende reclame berust. In het geval (ingeval) van vergelijkende reclame dient degene die de inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald of heeft doen bepalen, bovendien binnen korte termijn de bewijzen aan te dragen. Op deze bewijzen moet de materiële (feitelijke) juistheid en volledigheid van de feitelijke gegevens in de reclame rusten.

2. Indien volgens artikel 194 en artikel 194a onrechtmatig is gehandeld door iemand die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald of doen bepalen, is hij voor de dientengevolge ontstane schade aansprakelijk, tenzij hij bewijst dat zulks noch aan zijn schuld is te wijten noch op andere grond voor zijn rekening komt.

Dit lid bepaalt dat indien er volgens artikel 194 en artikel 194a onrechtmatig is gehandeld door iemand die de inhoud en de vormgeving (inkleding) van de mededeling geheel of gedeeltelijk (ten dele) zelf heeft bepaald of heeft laten bepalen (doen bepalen), die persoon aansprakelijk is voor de schade die daardoor (dientengevolge) is ontstaan. Die persoon is echter niet aansprakelijk als hij bewijst dat het onrechtmatig handelen (zulks) niet aan zijn schuld te wijten is, en ook niet op een andere juridische grond (op andere grond) voor zijn verantwoordelijkheid (rekening) komt.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

5 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:986 - Conclusie A-G: Misleidende reclame via Google Shopping en aansprakelijkheid van platforms - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:98612 september 2025Dit wetsartikel wordt 26 keer genoemd in deze uitspraak

De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Het aanbieden van een product voor een lagere prijs via Google Shopping dan op de eigen website is niet misleidend, zolang het product daadwerkelijk voor de geadverteerde prijs verkrijgbaar is na doorklikken.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Intellectueel Eigendomsrecht, Europees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:985 - Conclusie A-G: Prijsdifferentiatie via Google Shopping niet direct misleidend - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:98512 september 2025Dit wetsartikel wordt 25 keer genoemd in deze uitspraak

De Procureur-Generaal concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. De praktijk waarbij een product via Google Shopping voor een lagere prijs en onder restricties wordt aangeboden dan op de eigen website, is niet per definitie een oneerlijke handelspraktijk, misleidende reclame of ongeoorloofde vergelijkende reclame jegens een concurrent.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Intellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2693 - Gerechtshof Amsterdam - 7 oktober 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:26937 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5929 - Rechtbank Amsterdam - 15 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:592915 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12887 - Rechtbank Den Haag - 9 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:128879 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht