Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 4. Uiterste willen
Afdeling 3. Legitieme portie
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 63

Artikel 63 (Legitieme portie, legitimaris en verwerping)

Laatste versie

1. De legitieme portie van een legitimaris is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de erflater, waarop de legitimaris in weerwil van giften en uiterste wilsbeschikkingen van de erflater aanspraak kan maken.

2. Legitimarissen zijn de afstammelingen van de erflater die door de wet als erfgenamen tot zijn nalatenschap worden geroepen, hetzij uit eigen hoofde, hetzij bij plaatsvervulling met betrekking tot personen die op het ogenblik van het openvallen der nalatenschap niet meer bestaan of die onwaardig zijn.

3. De legitimaris die de nalatenschap verwerpt, verliest zijn recht op de legitieme portie, tenzij hij bij het afleggen van de verklaring bedoeld in artikel 191, tevens verklaart dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De legitieme portie van een legitimaris is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de erflater, waarop de legitimaris in weerwil van giften en uiterste wilsbeschikkingen van de erflater aanspraak kan maken.

Dit betekent letterlijk dat de legitieme portie van een legitimaris het specifieke deel is van de waarde van het vermogen van de overledene (erflater). De legitimaris kan hierop aanspraak maken, ongeacht (in weerwil van) eventuele schenkingen (giften) en testamentaire bepalingen (uiterste wilsbeschikkingen) van de erflater.

2. Legitimarissen zijn de afstammelingen van de erflater die door de wet als erfgenamen tot zijn nalatenschap worden geroepen, hetzij uit eigen hoofde, hetzij bij plaatsvervulling met betrekking tot personen die op het ogenblik van het openvallen der nalatenschap niet meer bestaan of die onwaardig zijn.

Dit legt uit wie als legitimaris wordt beschouwd. Legitimarissen zijn de afstammelingen van de overledene (erflater). Deze afstammelingen worden door de wet als erfgenamen tot zijn nalatenschap geroepen. Dit kan zijn omdat zij zelf direct erven (uit eigen hoofde), of omdat zij in de plaats treden (bij plaatsvervulling) van personen die op het moment dat de nalatenschap openvalt niet meer in leven zijn of die onwaardig zijn.

3. De legitimaris die de nalatenschap verwerpt, verliest zijn recht op de legitieme portie, tenzij hij bij het afleggen van de verklaring bedoeld in artikel 191, tevens verklaart dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.

Dit betekent dat de legitimaris die de nalatenschap verwerpt (weigert), zijn recht op de legitieme portie verliest. Een uitzondering hierop is als de legitimaris, bij het afleggen van de verklaring zoals bedoeld in artikel 191, tegelijkertijd (tevens) verklaart dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.