Artikel 36 (Billijke vergoeding onbetaalde arbeid kind erflater)
1. Een kind, stiefkind, pleegkind, behuwdkind of kleinkind van de erflater dat in diens huishouding of in het door hem uitgeoefende beroep of bedrijf gedurende zijn meerderjarigheid arbeid heeft verricht zonder een voor die arbeid passende beloning te ontvangen, kan aanspraak maken op een som ineens, strekkend tot een billijke vergoeding.
2. Op de som komt in mindering hetgeen de rechthebbende van de erflater heeft ontvangen of krachtens making of sommenverzekering op het leven van de erflater verkrijgt of had kunnen verkrijgen, voor zover dat als een beloning voor zijn werkzaamheden kan worden beschouwd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een kind, stiefkind, pleegkind, behuwdkind of kleinkind van de erflater dat in diens huishouding of in het door hem uitgeoefende beroep of bedrijf gedurende zijn meerderjarigheid arbeid heeft verricht zonder een voor die arbeid passende beloning te ontvangen, kan aanspraak maken op een som ineens, strekkend tot een billijke vergoeding.
Dit betekent dat een kind, stiefkind, pleegkind, behuwdkind of kleinkind van de overledene (de erflater) die tijdens zijn of haar meerderjarigheid arbeid heeft verricht in de huishouding van de erflater, of in het beroep of bedrijf dat door de erflater werd uitgeoefend, en daarvoor geen passende beloning heeft ontvangen, aanspraak kan maken op een eenmalig geldbedrag (een som ineens). Deze som dient als een redelijke (billijke) vergoeding.
2. Op de som komt in mindering hetgeen de rechthebbende van de erflater heeft ontvangen of krachtens making of sommenverzekering op het leven van de erflater verkrijgt of had kunnen verkrijgen, voor zover dat als een beloning voor zijn werkzaamheden kan worden beschouwd.
Dit houdt in dat op de eerdergenoemde som ineens een bedrag in mindering wordt gebracht. Dit betreft hetgeen de persoon die recht heeft op de vergoeding (de rechthebbende) al van de erflater heeft ontvangen. Ook wordt in mindering gebracht wat de rechthebbende verkrijgt of had kunnen verkrijgen op grond van een testamentaire beschikking (krachtens making) of een sommenverzekering die op het leven van de erflater was afgesloten. Dit gebeurt echter alleen voor zover deze ontvangen of te verkrijgen bedragen beschouwd kunnen worden als een beloning voor de door de rechthebbende verrichte werkzaamheden.