Artikel 190 (Keuze aanvaarding verwerping nalatenschap erfgenaam)
1. Een erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Een aanvaarding kan zuiver geschieden of onder voorrecht van boedelbeschrijving.
2. De erflater kan de erfgenamen in hun keuze niet beperken. Evenmin kan een erfgenaam dienaangaande vóór het openvallen der nalatenschap een beslissing nemen.
3. De keuze kan alleen onvoorwaardelijk en zonder tijdsbepaling geschieden. Zij kan niet een deel van het erfdeel betreffen. Hetgeen aan een erfgenaam die reeds aanvaard heeft, opkomt door de vervulling van een door de erflater aan een erfstelling toegevoegde voorwaarde kan evenwel nog afzonderlijk aanvaard of verworpen worden.
4. Een eenmaal gedane keuze is onherroepelijk en werkt terug tot het ogenblik van het openvallen der nalatenschap. Een aanvaarding of verwerping kan niet op grond van dwaling, noch op grond van benadeling van een of meer schuldeisers worden vernietigd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Een aanvaarding kan zuiver geschieden of onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Dit lid stelt dat een persoon die erft (de erfgenaam) de keuze heeft om een erfenis (nalatenschap) te accepteren (aanvaarden) of af te wijzen (verwerpen). Als de erfgenaam de nalatenschap accepteert, kan dit op twee manieren gebeuren: 'zuiver', wat betekent dat de aanvaarding zonder voorbehoud plaatsvindt, of 'onder voorrecht van boedelbeschrijving', wat inhoudt dat er eerst een overzicht van alle bezittingen en schulden (boedelbeschrijving) wordt gemaakt voordat definitief wordt aanvaard.
2. De erflater kan de erfgenamen in hun keuze niet beperken. Evenmin kan een erfgenaam dienaangaande vóór het openvallen der nalatenschap een beslissing nemen.
Dit lid bepaalt dat de persoon die overleden is (de erflater) de erfgenamen niet mag beïnvloeden of beperken in de keuze die zij maken met betrekking tot de nalatenschap. Tevens kan een erfgenaam over deze keuze (dienaangaande) geen besluit nemen voordat de nalatenschap daadwerkelijk is opengevallen (vóór het openvallen der nalatenschap).
3. De keuze kan alleen onvoorwaardelijk en zonder tijdsbepaling geschieden. Zij kan niet een deel van het erfdeel betreffen. Hetgeen aan een erfgenaam die reeds aanvaard heeft, opkomt door de vervulling van een door de erflater aan een erfstelling toegevoegde voorwaarde kan evenwel nog afzonderlijk aanvaard of verworpen worden.
Dit lid stelt dat de keuze om een nalatenschap te aanvaarden of te verwerpen alleen gemaakt kan worden zonder voorwaarden (onvoorwaardelijk) en zonder dat er een specifieke termijn aan verbonden is (zonder tijdsbepaling). De keuze moet betrekking hebben op het gehele erfdeel; het is niet mogelijk om slechts een gedeelte ervan te aanvaarden of te verwerpen. Echter, als een erfgenaam al (een deel van) de nalatenschap heeft aanvaard, en er komt later nog iets bij (opkomt) doordat een specifieke voorwaarde die de erflater aan een erfstelling heeft gekoppeld, wordt vervuld, dan kan dat extra deel wel apart (afzonderlijk) worden aanvaard of verworpen.
4. Een eenmaal gedane keuze is onherroepelijk en werkt terug tot het ogenblik van het openvallen der nalatenschap. Een aanvaarding of verwerping kan niet op grond van dwaling, noch op grond van benadeling van een of meer schuldeisers worden vernietigd.
Dit lid bepaalt dat een keuze die eenmaal is gemaakt, definitief is (onherroepelijk) en juridisch gezien geacht wordt te zijn ingegaan op het moment dat de nalatenschap beschikbaar kwam (werkt terug tot het ogenblik van het openvallen der nalatenschap). Een beslissing tot aanvaarding of verwerping kan niet ongeldig worden verklaard (vernietigd) omdat er sprake was van een vergissing (dwaling) of omdat een of meerdere schuldeisers erdoor benadeeld zouden zijn (benadeling van een of meer schuldeisers).