Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 5. Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen
Afdeling 7. Testamentair bewind
Paragraaf 3. De gevolgen van het bewind
Artikel 167

Artikel 167 (Bevoegdheden rechthebbende testamentair bewind)

Laatste versie

1. Indien het bewind is ingesteld in het belang van de rechthebbende, is deze slechts met medewerking of toestemming van de bewindvoerder bevoegd tot andere handelingen dan die in het vorige artikel bedoeld, welke een onder bewind staand goed rechtstreeks betreffen. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van een vruchtgebruiker met betrekking tot de goederen waarop onder bewind gesteld vruchtgebruik rust en die verder gaan dan het gebruik daarvan.

2. Indien het bewind is ingesteld in het belang van een ander dan de rechthebbende of in een gemeenschappelijk belang, is de rechthebbende slechts onder voorbehoud van het bewind bevoegd tot het verrichten van een handeling als bedoeld in lid 1.

3. Indien het bewind zowel in het belang van de rechthebbende als van een of meer anderen of in een gemeenschappelijk belang is ingesteld, dan is de rechthebbende slechts met medewerking of toestemming van de bewindvoerder en onder voorbehoud van dat bewind bevoegd tot het verrichten van een handeling als bedoeld in lid 1.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien het bewind is ingesteld in het belang van de rechthebbende, is deze slechts met medewerking of toestemming van de bewindvoerder bevoegd tot andere handelingen dan die in het vorige artikel bedoeld, welke een onder bewind staand goed rechtstreeks betreffen. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van een vruchtgebruiker met betrekking tot de goederen waarop onder bewind gesteld vruchtgebruik rust en die verder gaan dan het gebruik daarvan.

Dit betekent letterlijk: Wanneer het testamentair bewind is ingesteld primair voor de rechthebbende, mag de rechthebbende alleen met medewerking of toestemming van de bewindvoerder handelingen verrichten die een onder bewind staand goed direct aangaan, met uitzondering van de handelingen genoemd in het voorgaande artikel. Een vergelijkbare regel is van toepassing op een vruchtgebruiker voor handelingen betreffende goederen waarop een onder bewind gesteld vruchtgebruik rust, indien die handelingen verder strekken dan het gewone gebruik van die goederen.

2. Indien het bewind is ingesteld in het belang van een ander dan de rechthebbende of in een gemeenschappelijk belang, is de rechthebbende slechts onder voorbehoud van het bewind bevoegd tot het verrichten van een handeling als bedoeld in lid 1.

Dit betekent letterlijk: Wanneer het testamentair bewind is ingesteld in het belang van een andere persoon dan de rechthebbende, of in een gemeenschappelijk belang, dan is de rechthebbende bevoegd om een handeling zoals beschreven in lid 1 te verrichten, maar deze bevoegdheid is altijd onderworpen aan de beperkingen en voorwaarden van het bewind.

3. Indien het bewind zowel in het belang van de rechthebbende als van een of meer anderen of in een gemeenschappelijk belang is ingesteld, dan is de rechthebbende slechts met medewerking of toestemming van de bewindvoerder en onder voorbehoud van dat bewind bevoegd tot het verrichten van een handeling als bedoeld in lid 1.

Dit betekent letterlijk: Wanneer het testamentair bewind is ingesteld zowel in het belang van de rechthebbende als in het belang van een of meerdere andere personen, of in een gemeenschappelijk belang, dan is de rechthebbende alleen bevoegd om een handeling zoals beschreven in lid 1 te verrichten met de medewerking of toestemming van de bewindvoerder, en bovendien is deze bevoegdheid onderworpen aan de beperkingen en voorwaarden van dat bewind.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden