Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 3. Volmacht
Artikel 67

Artikel 67 (Noemen naam nader te noemen volmachtgever)

Laatste versie

1. Hij die een overeenkomst aangaat in naam van een nader te noemen volmachtgever, moet diens naam noemen binnen de door de wet, de overeenkomst of het gebruik bepaalde termijn of, bij gebreke hiervan, binnen een redelijke termijn.

2. Wanneer hij de naam van de volmachtgever niet tijdig noemt, wordt hij geacht de overeenkomst voor zichzelf te hebben aangegaan, tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die een overeenkomst aangaat in naam van een nader te noemen volmachtgever, moet diens naam noemen binnen de door de wet, de overeenkomst of het gebruik bepaalde termijn of, bij gebreke hiervan, binnen een redelijke termijn.

Dit betekent letterlijk: een persoon die een overeenkomst sluit namens een volmachtgever wiens naam later bekendgemaakt zal worden, is verplicht de naam van deze volmachtgever te noemen. Dit moet gebeuren binnen de termijn die door de wet, de overeenkomst zelf, of door het gebruik is vastgesteld. Als een dergelijke termijn ontbreekt (bij gebreke hiervan), dan moet de naam binnen een redelijke termijn genoemd worden.

2. Wanneer hij de naam van de volmachtgever niet tijdig noemt, wordt hij geacht de overeenkomst voor zichzelf te hebben aangegaan, tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit.

Dit betekent letterlijk: als de persoon de naam van de volmachtgever niet op tijd (tijdig) noemt, dan wordt ervan uitgegaan (geacht) dat hij de overeenkomst voor zichzelf heeft gesloten. Dit is echter niet het geval (tenzij) als uit de overeenkomst zelf iets anders blijkt (anders voortvloeit).