Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 10. Verhaalsrecht op goederen
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 277

Artikel 277 (Gelijk recht schuldeisers, voorrang, rangwijziging)

Laatste versie

1. Schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om, na voldoening van de kosten van executie, uit de netto-opbrengst van de goederen van hun schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering, behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang.

2. Bij overeenkomst van een schuldeiser met de schuldenaar kan worden bepaald dat zijn vordering jegens alle of bepaalde andere schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet hem toekent.

Uitleg in duidelijke taal

1. Schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om, na voldoening van de kosten van executie, uit de netto-opbrengst van de goederen van hun schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering, behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang.

Dit betekent dat schuldeisers onderling een gelijk recht hebben om betaald te worden uit de netto-opbrengst van de goederen van hun schuldenaar, nadat de kosten van executie zijn voldaan. De betaling geschiedt naar evenredigheid van ieders vordering. Dit geldt tenzij er sprake is van door de wet erkende redenen van voorrang.

2. Bij overeenkomst van een schuldeiser met de schuldenaar kan worden bepaald dat zijn vordering jegens alle of bepaalde andere schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet hem toekent.

Dit houdt in dat een schuldeiser met de schuldenaar kan overeenkomen dat zijn vordering een lagere rang inneemt ten opzichte van alle andere schuldeisers of ten opzichte van specifieke andere schuldeisers, dan de rang die de wet hem normaal gesproken zou toekennen.