Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 8. Vruchtgebruik
Artikel 220

Artikel 220 (Vruchtgebruik lasten en herstellingen)

Laatste versie

1. Gewone lasten en herstellingen worden door de vruchtgebruiker gedragen en verricht. De vruchtgebruiker is verplicht, wanneer buitengewone herstellingen nodig zijn, aan de hoofdgerechtigde van deze noodzakelijkheid kennis te geven en hem gelegenheid te verschaffen tot het doen van deze herstellingen. De hoofdgerechtigde is niet tot het doen van enige herstelling verplicht.

2. Nochtans is een hoofdgerechtigde, aan wie tengevolge van een beperking in het genot van de vruchtgebruiker een deel van de vruchten toekomt, verplicht naar evenredigheid bij te dragen in de lasten en kosten, die volgens het voorgaande lid ten laste van de vruchtgebruiker komen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Gewone lasten en herstellingen worden door de vruchtgebruiker gedragen en verricht. De vruchtgebruiker is verplicht, wanneer buitengewone herstellingen nodig zijn, aan de hoofdgerechtigde van deze noodzakelijkheid kennis te geven en hem gelegenheid te verschaffen tot het doen van deze herstellingen. De hoofdgerechtigde is niet tot het doen van enige herstelling verplicht.

Dit lid bepaalt dat de vruchtgebruiker verantwoordelijk is voor het dragen van de kosten van gewone lasten en het uitvoeren van gewone herstellingen. Verder legt het de vruchtgebruiker de plicht op om de hoofdgerechtigde te informeren als er buitengewone herstellingen noodzakelijk zijn. De vruchtgebruiker moet de hoofdgerechtigde dan ook de mogelijkheid (gelegenheid) geven om deze buitengewone herstellingen uit te voeren. Het lid stelt expliciet dat de hoofdgerechtigde niet verplicht is om enige herstelling te verrichten.

2. Nochtans is een hoofdgerechtigde, aan wie tengevolge van een beperking in het genot van de vruchtgebruiker een deel van de vruchten toekomt, verplicht naar evenredigheid bij te dragen in de lasten en kosten, die volgens het voorgaande lid ten laste van de vruchtgebruiker komen.

Dit lid geeft aan dat, ondanks de hoofdregel uit het eerste lid, een hoofdgerechtigde wel een bijdrageplicht kan hebben. Dit is het geval als de hoofdgerechtigde, als gevolg van een beperking in het genot van de vruchtgebruiker, een deel van de vruchten ontvangt. In die situatie is de hoofdgerechtigde verplicht om naar verhouding (naar evenredigheid) mee te betalen aan de lasten en kosten die normaal gesproken, volgens het eerste lid, door de vruchtgebruiker gedragen worden.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden