Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 8. Vruchtgebruik
Artikel 213

Artikel 213 (Vruchtgebruik zaaksvervanging en overige voordelen)

Laatste versie

1. Hetgeen in de plaats van aan vruchtgebruik onderworpen goederen treedt doordat daarover bevoegdelijk wordt beschikt, behoort aan de hoofdgerechtigde toe en is eveneens aan het vruchtgebruik onderworpen. Hetzelfde is het geval met hetgeen door inning van aan vruchtgebruik onderworpen vorderingen wordt ontvangen, en met vorderingen tot vergoeding die in de plaats van aan vruchtgebruik onderworpen goederen treden, waaronder begrepen vorderingen ter zake van waardevermindering van die goederen.

2. Ook zijn aan het vruchtgebruik onderworpen de voordelen die een goed tijdens het vruchtgebruik oplevert en die geen vruchten zijn.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hetgeen in de plaats van aan vruchtgebruik onderworpen goederen treedt doordat daarover bevoegdelijk wordt beschikt, behoort aan de hoofdgerechtigde toe en is eveneens aan het vruchtgebruik onderworpen. Hetzelfde is het geval met hetgeen door inning van aan vruchtgebruik onderworpen vorderingen wordt ontvangen, en met vorderingen tot vergoeding die in de plaats van aan vruchtgebruik onderworpen goederen treden, waaronder begrepen vorderingen ter zake van waardevermindering van die goederen.

Dit lid bepaalt dat datgene wat in de plaats treedt van aan vruchtgebruik onderworpen goederen doordat daarover bevoegdelijk wordt beschikt (er op een geoorloofde wijze over wordt beslist, bijvoorbeeld door verkoop), aan de hoofdgerechtigde toebehoort en tevens aan het vruchtgebruik onderworpen is. Dit betekent dat de hoofdgerechtigde eigenaar wordt van het vervangende goed, en dat het vruchtgebruik ook op dit vervangende goed rust. Hetzelfde principe geldt voor datgene wat wordt ontvangen door de inning van aan vruchtgebruik onderworpen vorderingen (bijvoorbeeld het innen van een schuld die onder het vruchtgebruik valt), en voor vorderingen tot vergoeding die in de plaats treden van aan vruchtgebruik onderworpen goederen. Deze laatste categorie omvat ook vorderingen ter zake van waardevermindering van die goederen (bijvoorbeeld een claim voor schade die de waarde van de goederen heeft verminderd).

2. Ook zijn aan het vruchtgebruik onderworpen de voordelen die een goed tijdens het vruchtgebruik oplevert en die geen vruchten zijn.

Dit lid stelt dat ook andere voordelen die een goed gedurende het vruchtgebruik voortbrengt en die niet als vruchten (in de juridische zin, zoals bijvoorbeeld rente of een oogst) worden aangemerkt, eveneens aan het vruchtgebruik onderworpen zijn.