Artikel 320 (Bijzondere rechten niet-leden bij fusie)
1. Hij die, anders dan als lid of aandeelhouder, een bijzonder recht jegens een verdwijnende rechtspersoon heeft, zoals een recht op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen, moet een gelijkwaardig recht in de verkrijgende rechtspersoon krijgen, of schadeloosstelling.
2. De schadeloosstelling wordt bij gebreke van overeenstemming bepaald door een of meer onafhankelijke deskundigen, ten verzoeke van de meest gerede partij te benoemen door de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de woonplaats van de verkrijgende rechtspersoon is gelegen.
3. Artikel 319 is van overeenkomstige toepassing op pandrecht of vruchtgebruik dat op de bijzondere rechten was gevestigd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die, anders dan als lid of aandeelhouder, een bijzonder recht jegens een verdwijnende rechtspersoon heeft, zoals een recht op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen, moet een gelijkwaardig recht in de verkrijgende rechtspersoon krijgen, of schadeloosstelling.
Dit lid bepaalt dat een persoon die, niet in de hoedanigheid van lid of aandeelhouder, een bijzonder recht heeft ten opzichte van een verdwijnende rechtspersoon (bijvoorbeeld een recht op een uitkering van winst of het recht om aandelen te verkrijgen), een gelijkwaardig recht moet ontvangen in de verkrijgende rechtspersoon, of anders schadeloosstelling moet krijgen.
2. De schadeloosstelling wordt bij gebreke van overeenstemming bepaald door een of meer onafhankelijke deskundigen, ten verzoeke van de meest gerede partij te benoemen door de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de woonplaats van de verkrijgende rechtspersoon is gelegen.
Dit lid stelt dat indien er geen overeenstemming wordt bereikt over de schadeloosstelling, deze wordt vastgesteld door één of meer onafhankelijke deskundigen. Deze deskundigen worden benoemd door de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de verkrijgende rechtspersoon zijn woonplaats heeft. De benoeming geschiedt op verzoek van de partij die het meest gebaat is bij een snelle afdoening (de meest gerede partij).
3. Artikel 319 is van overeenkomstige toepassing op pandrecht of vruchtgebruik dat op de bijzondere rechten was gevestigd.
Dit lid geeft aan dat Artikel 319 van overeenkomstige toepassing is op pandrecht of vruchtgebruik dat was gevestigd op de bijzondere rechten zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel.