Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 4. Ondertoezichtstelling van minderjarigen
Artikel 263

Artikel 263 (Schriftelijke aanwijzingen gecertificeerde instelling ondertoezichtstelling)

Laatste versie

1. De gecertificeerde instelling kan ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zij kan dit doen indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemmen met, dan wel niet of onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet of indien dit noodzakelijk is teneinde de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.

2. De met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige volgen een schriftelijke aanwijzing op.

3. De gecertificeerde instelling kan de kinderrechter verzoeken een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen. Tegelijkertijd kan een door de wet toegelaten dwangmiddel worden verzocht bij niet nakoming van deze aanwijzing tenzij het belang van het kind zich tegen oplegging daarvan verzet.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. De gecertificeerde instelling kan ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zij kan dit doen indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemmen met, dan wel niet of onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet of indien dit noodzakelijk is teneinde de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.

Dit lid bepaalt dat de gecertificeerde instelling de bevoegdheid heeft om, in het kader van de uitvoering van haar taak, schriftelijke aanwijzingen te geven die betrekking hebben op de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De gecertificeerde instelling mag van deze bevoegdheid gebruikmaken indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemt met het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet, of daaraan niet of onvoldoende medewerking verleent. Daarnaast kan de gecertificeerde instelling schriftelijke aanwijzingen geven als dit noodzakelijk is om concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.

2. De met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige volgen een schriftelijke aanwijzing op.

Dit lid stelt dat de met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige verplicht zijn een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling op te volgen.

3. De gecertificeerde instelling kan de kinderrechter verzoeken een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen. Tegelijkertijd kan een door de wet toegelaten dwangmiddel worden verzocht bij niet nakoming van deze aanwijzing tenzij het belang van het kind zich tegen oplegging daarvan verzet.

Dit lid geeft de gecertificeerde instelling de mogelijkheid om de kinderrechter te verzoeken een door haar gegeven schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen. Gelijktijdig met dit verzoek kan de gecertificeerde instelling de kinderrechter vragen om een door de wet toegelaten dwangmiddel op te leggen voor het geval de schriftelijke aanwijzing niet wordt nagekomen. Een dergelijk dwangmiddel kan echter niet worden verzocht indien het belang van het kind zich tegen oplegging daarvan verzet.