Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Opneming
§ 1. Voorlopige machtiging
Artikel 4

Artikel 4

Laatste versie

1. Tot het indienen van een verzoek, gericht op het verkrijgen van een voorlopige machtiging als bedoeld in artikel 2, zijn bevoegd:

a. de echtgenoot; b. de ouders dan wel een van hen, voor zover hun gezag niet is beëindigd, en elke meerderjarige bloedverwant in de rechte lijn, niet zijnde een ouder, en in de zijlijn tot en met de tweede graad; c. de voogd, de curator of de mentor van de betrokkene.

2. Het verzoek wordt schriftelijk gedaan aan de officier van justitie bij de ingevolge artikel 7 bevoegde rechtbank.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV2028 - Geneeskundige verklaring Wet Bopz: onderzoek door psychiater is essentieel - 26 januari 2012

ECLI:NL:HR:2012:BV202826 januari 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De geneeskundige verklaring voor een gedwongen opname (art. 5 lid 1 Wet Bopz) moet gebaseerd zijn op onderzoek door een psychiater. Een geneesheer-directeur die zelf geen psychiater is, kan deze verklaring niet op eigen onderzoek baseren. Dit is een essentiële waarborg voor het grondrecht op vrijheid.

Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:409 - Parket bij de Hoge Raad - 9 april 2024

ECLI:NL:PHR:2024:4099 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV2026 - Wet Bopz: Geneesheer-directeur moet psychiater zijn voor eigen onderzoek - 26 januari 2012

ECLI:NL:HR:2012:BV202626 januari 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een geneeskundige verklaring voor een voorlopige machtiging (art. 5 Wet Bopz) mag alleen op eigen onderzoek van de geneesheer-directeur rusten als deze zelf psychiater is. Deze eis is een essentiële waarborg die een redelijke wetsuitleg, in lijn met de vereisten voor onderzoekers, met zich meebrengt.

Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ1113 - Hoge Raad - 1 februari 2007

ECLI:NL:HR:2007:AZ11131 februari 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak