Artikel 4
1. Tot het indienen van een verzoek, gericht op het verkrijgen van een voorlopige machtiging als bedoeld in artikel 2, zijn bevoegd:
a. de echtgenoot; b. de ouders dan wel een van hen, voor zover hun gezag niet is beëindigd, en elke meerderjarige bloedverwant in de rechte lijn, niet zijnde een ouder, en in de zijlijn tot en met de tweede graad; c. de voogd, de curator of de mentor van de betrokkene.
2. Het verzoek wordt schriftelijk gedaan aan de officier van justitie bij de ingevolge artikel 7 bevoegde rechtbank.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2012:BV2028 - Geneeskundige verklaring Wet Bopz: onderzoek door psychiater is essentieel - 26 januari 2012
De geneeskundige verklaring voor een gedwongen opname (art. 5 lid 1 Wet Bopz) moet gebaseerd zijn op onderzoek door een psychiater. Een geneesheer-directeur die zelf geen psychiater is, kan deze verklaring niet op eigen onderzoek baseren. Dit is een essentiële waarborg voor het grondrecht op vrijheid.
ECLI:NL:PHR:2024:409 - Parket bij de Hoge Raad - 9 april 2024
ECLI:NL:HR:2012:BV2026 - Wet Bopz: Geneesheer-directeur moet psychiater zijn voor eigen onderzoek - 26 januari 2012
Een geneeskundige verklaring voor een voorlopige machtiging (art. 5 Wet Bopz) mag alleen op eigen onderzoek van de geneesheer-directeur rusten als deze zelf psychiater is. Deze eis is een essentiële waarborg die een redelijke wetsuitleg, in lijn met de vereisten voor onderzoekers, met zich meebrengt.