Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Opneming
§ 4. Rechterlijke machtiging op eigen verzoek
Artikel 33

Artikel 33

Laatste versie

1. Het verzoek van betrokkene, bedoeld in artikel 32, derde lid, wordt schriftelijk gedaan bij de officier van justitie bij de volgens artikel 7, eerste lid, bevoegde rechtbank.

2. In het verzoek moet het psychiatrisch ziekenhuis worden genoemd, waarin opneming of verder verblijf wordt verzocht.

3. Bij het verzoek moeten worden overgelegd

a. een verklaring van een psychiater, verbonden aan het in het verzoek genoemde psychiatrisch ziekenhuis, waaruit blijkt dat de persoon die de plaatsing verzoekt of met wiens instemming de plaatsing wordt verzocht, gestoord is in zijn geestvermogens en dat het geval, bedoeld in artikel 32, tweede lid, onder a en b, zich voordoet; b. een door de onder a bedoelde psychiater tezamen met betrokkene opgesteld behandelingsplan.

4. De verklaring moet ten hoogste zeven dagen voor het verzoek zijn opgemaakt en door de psychiater zijn ondertekend. De verklaring is met redenen omkleed.

5. Het behandelingsplan moet ten hoogste zeven dagen voor het verzoek zijn opgemaakt en door de psychiater en de betrokkene zijn ondertekend.

6. Artikel 6, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing.

7. Met betrekking tot de behandeling van het verzoekschrift door de rechter zijn de artikelen 8, 8a, 9, vijfde lid, en 11 tot en met 14, van overeenkomstige toepassing.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2020]