Artikel 31
1. Met betrekking tot een persoon die ingevolge een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 27, eerste lid, in een ziekenhuis verblijft, zijn de artikelen 2, 3, 4, 6, eerste, tweede en derde lid, 8 tot en met 13, 14a tot en met 14c en 16 van overeenkomstige toepassing.
2. Het verzoekschrift wordt door de officier van justitie ingediend voor het einde van de geldigheidsduur van de lopende machtiging.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2015:842 - Wet Bopz: Termijnoverschrijding verzoek voorlopige machtiging en gevolgen geldigheidsduur - 2 april 2015
Indien een verzoek voor een voorlopige machtiging na het verstrijken van de vorige machtiging wordt ingediend, moet de rechtbank de geldigheidsduur van de nieuwe machtiging inkorten. De duur wordt berekend vanaf de einddatum van de voorafgaande machtiging, niet vanaf de datum van de nieuwe beschikking.
ECLI:NL:HR:2020:1601 - Gevolgen termijnoverschrijding en anticipatie op wetgeving bij Wzd-machtiging - 8 oktober 2020
Een te laat ingediend verzoek voor een Wzd-machtiging staat toewijzing niet in de weg, maar de rechter moet de periode van onrechtmatige vrijheidsbeneming aftrekken van de geldigheidsduur. Tevens mag de rechter anticiperen op aangekondigde, maar nog niet geldende, regelgeving zoals een gelijkstelling van een ziektebeeld.
ECLI:NL:HR:2007:BA3535 - Hoge Raad - 7 juni 2007
ECLI:NL:HR:2009:BI6249 - Hoge Raad - 11 juni 2009
ECLI:NL:HR:2010:BK9150 - Hoge Raad - 11 februari 2010
ECLI:NL:HR:2015:3346 - Onwettige vrijheidsbeneming na overschrijding beslistermijn belet nieuwe voorlopige machtiging niet - 19 november 2015
Een periode van onwettige vrijheidsbeneming, ontstaan doordat de rechter de beslistermijn voor voortzetting van een inbewaringstelling overschrijdt, staat niet in de weg aan het verlenen van een nieuwe, zelfstandig verzochte voorlopige machtiging. Deze nieuwe machtiging kan voor de volledige wettelijke duur worden verleend.
ECLI:NL:HR:2017:165 - Wet Bopz: Geen absoluut recht op tolk bij psychiatrisch onderzoek - 2 februari 2017
Uit de Wet Bopz en het EVRM volgt geen absoluut recht op bijstand van een tolk bij het psychiatrisch onderzoek voor een voorlopige machtiging. De psychiater moet er echter wel op toezien dat de communicatie begrijpelijk is en kan, indien nodig, een tolk inschakelen.