Artikel 2

Laatste versie

De soorten van weggedeelten en wegen, bedoeld in artikel 173, eerste lid, onderdeel a, van de wet, zijn:

  1. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;
  2. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;
  3. parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbijofwel op een onderbord wordt aangegeven:
  1. de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd;
  2. de wijze waarop het parkeren dient te geschieden;
  3. de dagen of uren waarop het parkeren is verboden, of
  4. de dagen of uren waarop een beperking als bedoeld in 1° en 2°, geldt,

ofwel op het verkeersbord de aanduiding is aangebracht waarmee wordt aangegeven:

  1. de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of
  2. de wijze waarop het parkeren dient te geschieden.
  1. taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
  2. parkeerplaatsen voor invaliden, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
  3. gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
  4. parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
  5. parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990;
  6. voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.