Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder: – erkende vereniging: een vereniging die op grond van artikel 6b, tweede lid, van de Wet wapens en munitie door Onze Minister van Justitie en Veiligheid is erkend; – korpschef: de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012; – munitie: munitie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet wapens en munitie; – Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid; – Richtlijn: de Richtlijn nr. 91/477/EEG (richtlijn) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PbEG L 256/51); – verenigingsbeheerder: de persoon die binnen een erkende vereniging is belast met het beheer van wapens en munitie; – vuurwapen: een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 1, in samenhang met bijlage I, van de Richtlijn; – wapen: een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet wapens en munitie; – wet: de Wet wapens en munitie.