Artikel 1m
1. Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen, is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die beschikt over een verblijfsvergunning regulier onder de beperking in verband met studie als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 of die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder e, van de Vreemdelingenwet 2000, en arbeid verricht die noodzakelijk is voor het opdoen van werkervaring in het kader van een opleiding aan een Academie van Bouwkunst waarbij werk en studie worden gecombineerd, mits:
a. de tewerkstelling plaatsvindt op grond van een arbeidsovereenkomst waarin in ieder geval het aantal te werken uren per week, de ingangsdatum en duur van het contract en de beloning worden vermeld; b. een tripartiete overeenkomst wordt gesloten tussen de onderwijsinstelling, de werkgever, en de student; c. de tripartiete overeenkomst en arbeidsovereenkomst aanwezig is bij de werkgever op de werkplek; d. de arbeid verricht wordt voor de duur van maximaal 32 uur per week; en e. de student loon ontvangt dat marktconform is.
2. Dit artikel is van toepassing op de instroom per studiejaar voor de Academies van Bouwkunst gezamenlijk van de eerste 50 studenten met de nationaliteit van een staat die niet tot de Europese Unie behoort, die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of niet met de Zwitserse nationaliteit.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2022]