Bijlage als bedoeld in artikel 2, eerste lid
1: Feiten en omstandigheden die de persoon betreffen ten aanzien van wie wordt overwogen om een huisverbod op te leggen (artikel 2, tweede lid, onder a):
a. Antecedenten en incidenten (op basis van politieregistratie):
– registraties (HKS) en mutaties geweld – registraties (HKS) en mutaties zeden – registraties (HKS) en mutaties wapengerelateerd – registraties (HKS) en mutaties overig
b. Mate van aanspreekbaarheid:
– volledig in de war – apathisch, zich extreem afsluiten – gewelddadig, onhandelbaar, niet te corrigeren (tegen slachtoffer of derden) – extreem jaloers tegenover slachtoffer – dreigementen om zichzelf wat aan te doen of zichzelf daadwerkelijk te verwonden
c. Riskante gewoonten (alcohol- of drugsgebruik):
– signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik van alcohol – signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik van soft drugs – signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik van hard drugs – onder behandeling (geweest) voor verslaving – op het moment fors gedronken (of sterk vermoeden) – op het moment drugs gebruikt (of sterk vermoeden)
2: Feiten en omstandigheden die het verloop van het incident betreffen (artikel 2, tweede lid, onder b):
a. Bedreiging:
– verbaal (schelden, schreeuwen) – dreigen met fysiek geweld – dreigen met wapen – dreigen met doden
b. Psychisch geweld:
– slachtoffer onder druk zetten door geweld tegen kinderen en/of huisgenoten – slachtoffer onder druk zetten door geweld tegen huisdieren – slachtoffer onder druk zetten door vernielen (dierbare) eigendommen van het slachtoffer – slachtoffer onder druk zetten door hem te vernederen of te dwingen iets tegen de wil te doen
c. Lichamelijk geweld:
– duwen, schoppen, stompen, haren trekken e.d. – zware kneuzingen, brandwonden, gebroken ledematen – verwonden met wapen – verwurging
d. Seksueel geweld:
– verkrachting of aanranding – gedwongen seks of prostitutie – (vermoeden van) kindermisbruik
e. Zwaarte van de intimidatie:
– geweld is willekeurig en volstrekt zonder aanleiding – (dreiging van) plotselinge, extreme uitbarsting van geweld – zwaar fysiek geweld (al dan niet met ernstig letsel) – slachtoffer is totaal niet weerbaar
f. Geweldsontwikkeling:
– de zwaarte van het geweld is de laatste jaren toegenomen – de frequentie van geweld is de laatste jaren toegenomen
g. Wapens:
– in bezit van vuurwapen – in bezit van wapenvergunning – gebruik van slagwapen, steekwapen of (nep-)vuurwapen – gebruik van «toevallige» wapens (servies, asbak, keukenmes e.d.)
h. Gevaarsniveau wapengebruik:
– ermee dreigen – ermee gooien van een afstand – het slachtoffer er direct mee verwonden (direct fysiek contact) – bewuste (bedoelde) verwonding slachtoffer (min of meer met voorbedachten rade)
i. Aanwezigheid van kinderen:
– kinderen getuige van geweld – kinderen apathisch, huilen of schrikachtig – geweld gepleegd tegen kinderen – kinderen gewond – ondertoezichtstelling of andere kinderbeschermingsmaatregel
j. Geweldsverwachting:
– slachtoffer vreest toekomstig geweld
k. Rechtvaardiging achteraf:
– berouw tonen, maar zich verschuilen achter externe oorzaken – ontkennen of minimaliseren van het geweld – rechtvaardigen van geweld
3: Feiten en omstandigheden die de leefomstandigheden van de betrokkene of zijn huisgenoten betreffen (artikel 2, tweede lid, onder c):
a. Spanning door werkgerelateerde problemen:
– (langdurige) werkloosheid – recent ontslag of dreiging van ontslag – problemen met betrekking tot arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering – spanningen op het werk
b. Spanning door financiële problemen:
– veel schulden – financieel niet kunnen rondkomen – vermoeden van een gokprobleem
c. Spanning door familie- en relatieproblemen:
– problemen met kinderen uit een eerdere relatie – niet accepteren van een zwangerschap – onenigheid over opvoeding van kinderen – gedragsproblemen bij kinderen – lopende echtscheidingsprocedure – overige relatieproblemen – problemen met betrekking tot verblijfsvergunning e.d.
d. Sociaal isolement door beperkte vrienden- of kennissenkring:
– strikte beperking van contacten (binnen eigen cultuur of geloof) – contacten met buitenwereld verlopen alleen via betrokkene – betrokkene verbiedt contact met vrienden of bekenden
e. Sociaal isolement door rollenpatroon:
– betrokkene controleert financiën, paspoort e.d. – slachtoffer heeft geen zeggenschap binnenshuis – slachtoffer mag niet of nauwelijks buitenshuis komen
f. Sociaal isolement door onaangepast gezin:
– er is geen contact te maken met het gezin – geschillen met anderen worden door ruzie of geweld opgelost – binnen het gezin is er veel ruzie – antecedenten slachtoffer die wijzen op sociaal isolement – antecedenten andere gezinsleden die wijzen op sociaal isolement – sociaal isolement door excessief middelengebruik of verslaving