Artikel 2
In afwijking van de voor ambtenaren volgens de CAO geldende arbeidsvoorwaarden, kan voor de volgende aangelegenheden voor het personeel van de Kamer worden afgeweken van artikel 15, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen: a. toepassing van de volledige arbeidsduur; b. vaststelling en toepassing van afspraken over werktijden, waaronder het Nieuwe Roosteren; c. berekening van het aantal in overheidsdienst doorgebrachte jaren; d. vaststelling en toepassing van eigen beoordelingsafspraken; e. de wijze van toepassing van de bij de CAO vastgestelde minimum- en maximumsalarisbedragen; f. vaststelling van een voor het gehele personeel gelijk moment wanneer een salarisverhoging ingaat; g. toepassing van een ander functiewaarderingsysteem; h. vaststelling van de samenstelling van een geschillencommissie die zich bezig houdt met individuele geschillen waaronder functiewaarderingsuitkomsten, uitgezonderd de geschillen die conform de CAO worden voorgelegd aan de interpretatiecommissie; i. vergoeding op declaratiebasis van kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en ’s-avonds; j. vaststelling van meer belastingvrije bestemmingsmogelijkheden in het kader van het Individueel Keuze Budget (IKB) dan opgenomen in de CAO.