Artikel 21
1. Aan de raadslieden van verdachten in strafzaken worden zo spoedig als mogelijk is afschriften verstrekt van processtukken waarvan de kennisneming wettelijk is toegestaan.
2. Op verzoek van de verdachte of diens raadslieden worden zo spoedig als mogelijk is afschriften van processtukken waarvan de kennisneming wettelijk is toegestaan, aan hen verstrekt. Voor meer dan eenmalige verstrekking als bedoeld in dit lid kan van de verzoeker een vergoeding worden gevraagd met toepassing van artikel 2, tweede lid, van het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur.
3. De voorgaande leden vinden geen toepassing indien op grond van artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering is bepaald dat geen afschrift wordt verstrekt. De verstrekking van afschrift aan de verdachte kan voorts geschieden met behulp van een elektronische voorziening als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit digitale stukken Strafvordering.