Artikel 2.5. Recidive
1. Indien ten tijde van het begaan van een overtreding nog geen vijf jaren zijn verstreken sinds een eerder aan de overtreder opgelegde bestuurlijke boete voor eenzelfde overtreding onherroepelijk is geworden, is de bestuurlijke boete gelijk aan de som van de op grond van de artikelen 2.2, 2.3 en 2.4 voor de overtreding op te leggen bestuurlijke boete en de voor die eerdere overtreding opgelegde bestuurlijke boete.
2. Bij ministeriële regeling kunnen overtredingen worden aangewezen die soortgelijk zijn aan daarbij aangewezen andere overtredingen.
3. Op krachtens het tweede lid aangewezen overtredingen is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:CBB:2025:397 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 29 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:7739 - Rechtbank Rotterdam - 4 juli 2025
ECLI:NL:CBB:2025:534 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:544 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:532 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:535 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:474 - Boete voor vervoer ongeschikt dier: rapport van bevindingen blijft overeind - 16 september 2025
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een rapport van bevindingen de basis kan vormen voor een boete, zelfs als dit zes maanden na de inspectie is opgesteld. De betwisting van de constateringen door de vervoerder was onvoldoende concreet onderbouwd.