Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De bestuurlijke boete
Artikel 2.2. Boetecategorieën

Artikel 2.2. Boetecategorieën

Laatste versie

1. De hoogte van de bestuurlijke boete die Onze Minister aan een overtreder voor een overtreding kan opleggen wordt overeenkomstig de volgende boetecategorieën vastgesteld:

a. categorie 1: € 500; b. categorie 2: € 1500; c. categorie 3: € 2500; d. categorie 4: € 5000; e. categorie 5: € 10.000 of, indien dat meer is, 10% van de jaaromzet.

2. Indien de hoogte van de krachtens het derde lid aangewezen boetecategorie door het met de overtreding te behalen economische voordeel aanmerkelijk wordt overschreden, kan Onze Minister een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste categorie 5, bedoeld in het eerste lid.

3. Bij ministeriële regeling worden de bepalingen waarvoor in geval van overtreding een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, ingedeeld overeenkomstig de daarbij aangewezen boetecategorie.

4. In de regeling, bedoeld in het derde lid, kan worden bepaald dat de hoogte van de bestuurlijke boete voor een overtreding wordt vastgesteld op het bedrag behorende bij de naasthogere boetecategorie ten opzichte van de categorie, bedoeld in het derde lid, indien bij de betreffende gedraging een in die regeling vastgesteld percentage dieren van het totaal aantal betrokken dieren was betrokken op een in die regeling aangewezen wijze.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:3870 - Rechtbank Rotterdam - 30 april 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:387030 april 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2024:409 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 17 juni 2024

ECLI:NL:CBB:2024:40917 juni 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:3866 - Rechtbank Rotterdam - 30 april 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:386630 april 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:2516 - Rechtbank Rotterdam - 28 maart 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:251628 maart 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:565 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 12 augustus 2024

ECLI:NL:CBB:2024:56512 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2024:160 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 11 maart 2024

ECLI:NL:CBB:2024:16011 maart 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:746 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 28 oktober 2024

ECLI:NL:CBB:2024:74628 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:9420 - Rechtbank Rotterdam - 25 september 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:942025 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2024:645 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 23 september 2024

ECLI:NL:CBB:2024:64523 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:3469 - Rechtbank Rotterdam - 21 april 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:346921 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak