Artikel 4
1. Degene die een gerechtelijke procedure start of daarbij is betrokken en gebruik maakt of dient te maken van stukkenwisseling langs elektronische weg als bedoeld in artikel 30c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 8:36a van de Algemene wet bestuursrecht, gebruikt voor het elektronisch indienen en ophalen van berichten een door de rechterlijke instanties aangewezen digitaal systeem voor gegevensverwerking.
2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld aan de wijze waarop berichten worden ingediend langs de weg als bedoeld in het eerste lid. Tevens kunnen nadere regels worden gesteld die betrekking hebben op de eisen waaraan een bericht dient te voldoen dat langs deze weg wordt ingediend.
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld die betrekking hebben op de eisen waaraan het door een gerechtsdeurwaarder te betekenen oproepingsbericht, bedoeld in de artikelen 112 en 113 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, moet voldoen.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2021]