Bijlage 2. De Nederlandsche Bank
Bijlage 2: De Nederlandsche Bank
(Bijlage als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, 8 en 12, tweede lid)
A: Toezichtcategorieën
1. Banken en kredietunies; 2. Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s, beleggingsondernemingen, bewaarders, marktexploitanten die een MTF of georganiseerde handelsfaciliteit exploiteren, uitgevers van activagerelateerde tokens en cryptoactivadienstverleners; 3. Betaalinstellingen, clearinginstellingen en elektronischgeldinstellingen; 4. Depositogarantiestelsel: banken; 5. Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen; 6. Resolutie: Banken en beleggingsondernemingen; 7. Resolutie: Verzekeraars; 8. Trustkantoren; 9. Verzekeraars niet zijnde zorgverzekeraars; 10. Zorgverzekeraars.
B: Personen en maatstaven
| Personen | Maatstaven | |---|---| | 1. Banken en kredietunies | | | a. Banken waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:11 Wft. b. Banken waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:20 Wft. c. Ondernemingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, Wft en die het in de onderdelen a of b van dat lid bedoelde bedrijf uitoefenen. d. Financiële instellingen die beschikken over een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110, eerste lid, Wft. e. Banken met zetel in Nederland die zijn opgenomen in een openbaar register als bedoeld in artikel 3:33a Wft | Minimum omvang toetsingsvermogen berekend conform de regels die op grond van artikel 3:57 Wft worden bepaald. | | Kredietunies waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:54o Wft. | Basisbedrag | | 2. Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s, beleggingsondernemingen, bewaarders, marktexploitanten die een MTF of georganiseerde handelsfaciliteit exploiteren, uitgevers van activagerelateerde tokens en cryptoactivadienstverleners | | | a. Marktexploitanten waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5:26 Wft, die een MTF of een georganiseerde handelsfaciliteit exploiteren. b. Beheerders van beleggingsinstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:65 Wft. c. Beheerders van icbe’s waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:69b Wft. d. Beleggingsondernemingen die in de uitoefening van beroep of bedrijf in Nederland beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten, waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:96 Wft. e. Bewaarders waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:3g Wft. f. Uitgevers van activagerelateerde tokens (niet zijnde banken) waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onder a, van verordening (EU) 2023/1114 (verordening) (MiCAR). g. Aanbieders van cryptoactivadiensten waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 59, eerste lid, onder a, van verordening (EU) 2023/1114 (verordening) (MiCAR). h. Aanbieders van cryptoactivadiensten die een kennisgeving hebben gedaan als bedoeld in artikel 60, tweede, derde, vijfde of zesde lid, van verordening (EU) 2023/1114 (verordening) (MiCAR). | a. Het vergunningtype. b. De verleende beleggingsdiensten of verrichte beleggingsactiviteiten als bedoeld in artikel 1:1 Wft. c. Het balanstotaal van de beheerde beleggingsinstellingen en icbe’s. d. Het beheerd individueel vermogen. e. Het vermogen waarover wordt geadviseerd. f. Het minimaal aan te houden toetsingsvermogen. g. De geaggregeerde waarde van de activareserve, bedoeld in artikel 36 van verordening (EU) 2023/1114 (verordening) (MiCAR). h. De aangeboden cryptoactivadiensten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 16, van verordening (EU) 2023/1114 (verordening) (MiCAR). i. Het balanstotaal. | | 3. Betaalinstellingen, clearinginstellingen en elektronischgeldinstellingen | | | a. Betaaldienstverleners waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:3a, eerste lid, Wft. b. Betaaldienstverleners als bedoeld in artikel 2:3e, eerste lid, Wft, waarop op grond van artikel 1a, derde lid, onderdeel b, Wwft de verplichting rust tot naleving van die wet. c. Clearinginstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:4 Wft. d. Elektronischgeldinstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:10a Wft. e. Wisselinstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:54i, eerste lid, of artikel 2:54l, eerste lid, Wft. | a. Vergunning danwel aantal bijkantoren of betaaldienstagenten en type betaaldienst b. Minimum omvang toetsingsvermogen c. Bruto provisie-inkomsten: de totale omzet van de provisies en vergoedingen voor het verrichten van betalingen en andere daarmee houdende opbrengsten uit hoofde van de vergunningplichtige betaaldienstverlening d. Nominale waarde van de door de uitgever uitgegeven e-moneytokens, bedoeld in artikel 49 van verordening (EU) 2023/1114 (verordening) (MiCAR) | | 4. Depositogarantiestelsel: banken | | | a. Banken waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:11 Wft. b. Banken waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:20 Wft. c. Ondernemingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, Wft en die het in de onderdelen a of b van dat lid bedoelde bedrijf uitoefenen. | Gemiddelde omvang van de gegarandeerde deposito’s | | d. Financiële instellingen die beschikken over een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110, eerste lid, Wft. e. Banken met zetel in Nederland die zijn opgenomen in een openbaar register als bedoeld in artikel 3:33a Wft | | | 5. Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen | | | a. Pensioenfondsen als bedoeld in artikel 1 Pw of artikel 1 Wvb die zijn ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 210 Pw, of het register, bedoeld in artikel 204 Wvb. b. Pensioenfondsen als bedoeld in artikel 1 Pw BES, die zich hebben aangemeld bij de Nederlandsche Bank, zoals bepaald in artikel 4, tweede lid, Pw BES. | Som van de technische voorziening pensioenverplichting en het vereist eigen vermogen, vermenigvuldigd met een bonus/malus factor. De bonus/malus factor is gelijk aan de som van de technische voorziening pensioenverplichting en het vereist eigen vermogen, gedeeld door de som van de technische voorziening pensioenverplichtingen en het (aanwezige) eigen vermogen. | | Premiepensioeninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:54g Wft. | Technische voorziening pensioenverplichting | | 6. Resolutie: Banken en beleggingsondernemingen | | | a. Banken waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:11 Wft. b. Beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 3a:2 Wft, waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:96 Wft. | Total assets: Het totaal van activa op de balans zoals door banken en beleggingsondernemingen gerapporteerd aan de Nederlandsche Bank.¹ | | 7. Resolutie: Verzekeraars | | | a. Verzekeraar waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in de artikelen 2:26a, eerste lid, 2:26d, eerste lid, 2:27, eerste lid, of 2:40, eerste lid, Wft, niet zijnde een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, of artikel 2:50, eerste lid, Wft. b. Entiteiten voor risico-acceptatie waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in de artikelen 2:54a of 2:54d Wft. c. Zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, Wft. | Omvang technische voorziening | | 8. Trustkantoren | | | Trustkantoren waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3 van de Wet toezicht trustkantoren 2018. | Omzet | | 9. Verzekeraars niet zijnde zorgverzekeraars | | | a. Verzekeraars waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:26a, eerste lid, artikel 2:26d, eerste lid, artikel 2:27, eerste lid, artikel 2:40, eerste lid, of artikel 2:48, eerste lid, Wft, niet zijnde een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, of artikel 2:50, eerste lid, Wft. b. Entiteiten voor risico-acceptatie waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:54a of artikel 2:54d Wft. | Bruto premie-inkomen | | 10. Zorgverzekeraars | | | Zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, Wft. | Aantal verzekerden. |
¹ Het betreft de rapportages op grond van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 of Verordening (EU) nr. 575/2013 (verordening) (CRR). Verklaring van gebruikte afkortingen Pw: Pensioenwet Pw BES: Pensioenwet BES Wft: Wet op het financieel toezicht Wvb: Wet verplichte beroepspensioenregeling Wwft: Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme