Artikel 9

Laatste versie

1. Voor de aanvaarding van zijn ambt legt de aspirant, de ambtenaar in opleiding, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de vrijwilliger-aspirant, de vrijwillige ambtenaar in opleiding, de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak de volgende eed en verklaring en belofte van zuivering af:«Ik zweer (verklaar) dat ik dit ambt op een eerlijke manier heb gekregen. Dat betekent:dat ik voor dit ambt heb gekozen, ik niet ben omgekocht en niemand heb omgekocht, niet met giften en niet met beloftes;dat ik eerlijke informatie heb gegeven en niets heb verzwegen wat voor dit ambt van belang kan zijn.Ik zweer (beloof) dat ik geen giften of beloftes zal aannemen om iets in mijn ambt te doen of te laten.Ik zweer (beloof) de Koning en de Grondwet trouw te zijn en Nederland als goed ambtenaar te dienen. Dat betekent:dat ik werk in het algemeen belang voor onze samenleving en mij volledig inzet voor de taken die aan de politieorganisatie (Rijksrecherche dan wel Politieacademie) zijn toebedeeld;dat ik de uit de wet voortvloeiende voorschriften zal nakomen en handhaven en de aan mij verstrekte taken plichtsgetrouw en zorgvuldig zal uitvoeren;dat ik zorgvuldig met informatie om ga en vertrouwelijke informatie geheim zal houden;dat ik mij gedraag volgens de geldende beroepscodes, de wetten en het recht en niets zal doen dat het aanzien van mijn ambt kan schaden;dat ik iedereen rechtvaardig, gelijkwaardig en met respect zal behandelen.Zo waarlijk helpe mij ... (Dat verklaar en beloof ik)».

2. Voor de aanvaarding van zijn ambt, legt de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie en de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de rijksrecherche de volgende eed en verklaring en belofte van zuivering af:«Ik zweer (verklaar) dat ik dit ambt op een eerlijke manier heb gekregen. Dat betekent:dat ik voor dit ambt heb gekozen, ik niet ben omgekocht en niemand heb omgekocht, niet met giften en niet met beloftes;dat ik eerlijke informatie heb gegeven en niets heb verzwegen wat voor dit ambt van belang kan zijn.Ik zweer (beloof) dat ik geen giften of beloftes zal aannemen om iets in mijn ambt te doen of te laten.Ik zweer (beloof) de Koning en de Grondwet trouw te zijn en Nederland als goed ambtenaar te dienen. Dat betekent:dat ik werk in het algemeen belang voor onze samenleving en mij volledig inzet voor de taken die aan de politieorganisatie (Rijksrecherche dan wel Politieacademie) zijn toebedeeld;dat ik de aan mij verstrekte taken plichtsgetrouw en zorgvuldig zal uitvoeren;dat ik zorgvuldig met informatie om ga en vertrouwelijke informatie geheim zal houden;dat ik mij gedraag volgens de geldende beroepscodes, de wetten en het recht en niets zal doen dat het aanzien van mijn ambt kan schaden;dat ik iedereen rechtvaardig, gelijkwaardig en met respect zal behandelen.Zo waarlijk helpe mij ... (Dat verklaar en beloof ik)».

3. De korpschef legt de eed dan wel verklaring en belofte af ten overstaan van Onze Minister.

4. De directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger leggen de eden dan wel de verklaringen en beloften af ten overstaan van Onze Minister.

5. De ambtenaren van de rijksrecherche leggen de eden dan wel verklaringen en beloften af ten overstaan van Onze Minister.

6. De overige ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de overige ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, leggen de eden dan wel verklaringen en beloften af ten overstaan van het bevoegd gezag.