Artikel 1.1
In dit besluit wordt verstaan onder: a. de behandelaar: de arts, gedragsdeskundige of rechtspersoon bij wie de voorzitter het dossier met betrekking tot de behandeling van een weigerende observandus opvraagt. b. de commissie: de multidisciplinaire commissie als bedoeld in artikel 37a, negende lid, van de wet. c. het dossier met betrekking tot de behandeling: het dossier als bedoeld in artikel 7:454 van het Burgerlijk Wetboek. d. de leden: de leden en plaatsvervangende leden van de commissie, met inbegrip van de voorzitter. e. Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming. f. de rapporteurs: de gedragsdeskundigen als bedoeld in artikel 37a, vierde lid, van de wet. g. de secretaris: de secretaris van de commissie. h. de voorzitter: de voorzitter van de commissie. i. de weigerende observandus: een verdachte van een misdrijf, dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam als bedoeld in artikel 38e van de wet, ten aanzien van wie de rechter toepassing van artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht overweegt en die:
a) op grond van een bevel als bedoeld in het Wetboek van Strafvordering ter observatie opgenomen is geweest in een psychiatrisch ziekenhuis of een inrichting tot klinische observatie bestemd, b) weigert medewerking te verlenen aan enig onderzoek als bedoeld in het vierde lid van artikel 37a van de wet, en c) niet bereid is om medewerking te verlenen aan de verstrekking van persoonsgegevens betreffende een mogelijke gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens.
j. de wet: het Wetboek van Strafrecht.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:HR:2025:1043 - Doorbreking medisch beroepsgeheim bij weigerende observandus: toetsing proportionaliteit - 1 juli 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een machtiging tot doorbreking van het medisch beroepsgeheim (art. 37a lid 7 Sr) toereikend is gemotiveerd als het hof de 'substantiële toegevoegde waarde' van de gegevens voor het onderzoek aantoont, zelfs als er al enige informatie beschikbaar is.
ECLI:NL:HR:2025:1044 - Doorbreking medisch beroepsgeheim weigerende observandus: bescherming privacy van derden - 1 juli 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een machtiging tot doorbreking van het medisch beroepsgeheim (art. 37a lid 7 Sr) kan worden verleend, zelfs als er gegevens van derden in het dossier zitten. Het hof mag vertrouwen op de toezegging van de AGWO dat deze gegevens zullen worden verwijderd.