Artikel 67
1. Het is een ieder verboden hetgeen hem uit of in verband met enige werkzaamheid bij de uitvoering van de belastingwet over de persoon of zaken van een ander blijkt of wordt meegedeeld, verder bekend te maken dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de belastingwet of voor de invordering van enige rijksbelasting als bedoeld in de Invorderingswet 1990 (geheimhoudingsplicht).
2. De geheimhoudingsplicht geldt niet indien:
a. enig wettelijk voorschrift tot de bekendmaking verplicht; b. bij regeling van Onze Minister is bepaald dat bekendmaking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak van een bestuursorgaan; c. bekendmaking plaatsvindt aan degene op wie de gegevens betrekking hebben voorzover deze gegevens door of namens hem zijn verstrekt.
3. In andere gevallen dan bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister ontheffing verlenen van de geheimhoudingsplicht.
Details
[Toekomstige wijziging(en) op 31-12-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1991:ZC0409
ECLI:NL:HR:2013:CA3937
ECLI:NL:HR:2017:286 - Hoge Raad: Gebruik ANPR-data door Belastingdienst zonder wettelijke basis onrechtmatig
Het systematisch verzamelen en gebruiken van ANPR-cameragegevens door de Belastingdienst voor de controle op privégebruik van een auto van de zaak vormt een inbreuk op het privéleven. Hiervoor ontbreekt een voldoende precieze wettelijke grondslag, waardoor het bewijs onrechtmatig is verkregen.
ECLI:NL:HR:2022:721 - Verschoningsrecht Belastingdienst: AWR-geheimhouding absoluut, geen verschoningsrecht uit Wjsg
De geheimhoudingsplicht uit de AWR (art. 67) geeft een belastingambtenaar een absoluut verschoningsrecht, ook over valse informatie. De geheimhoudingsplicht uit de Wjsg (art. 52) levert daarentegen géén verschoningsrecht op, omdat de wetgever niet onmiskenbaar de belangenafweging heeft gemaakt.
ECLI:NL:HR:2003:AF2343
ECLI:NL:HR:2016:830
ECLI:NL:HR:2022:1866 - Belastingdienst schond geheimhoudingsplicht bij verstrekken inkomensgegevens aan verhuurders
De Hoge Raad oordeelt dat de Belastingdienst onrechtmatig handelde door vóór 1 april 2016 inkomensverklaringen aan verhuurders te verstrekken. Er was geen expliciete wettelijke verplichting die de fiscale geheimhoudingsplicht doorbrak. De burgerlijke rechter is bevoegd omdat het om feitelijk handelen ging.
ECLI:NL:HR:2017:287 - Hoge Raad: Gebruik ANPR-data door Belastingdienst onrechtmatig wegens ontbreken wettelijke grondslag
De systematische verzameling en het gebruik van ANPR-cameragegevens door de Belastingdienst voor de controle op privégebruik van leaseauto's vormt een inbreuk op het recht op privacy (artikel 8 EVRM). Hiervoor ontbreekt een voldoende specifieke wettelijke grondslag, waardoor het bewijs onrechtmatig is verkregen.
ECLI:NL:HR:2004:AO1755
ECLI:NL:HR:2019:857 - Gegevensuitwisseling via convenant is geen omzeiling van strafvorderlijke bevoegdheden
De Hoge Raad oordeelt dat het verstrekken van gegevens door de Belastingdienst aan de politie op basis van een convenant (ex art. 67 AWR) een zelfstandige bevoegdheid is. Dit staat los van en is geen ongeoorloofde omzeiling van de vorderingsbevoegdheid in art. 126nd Sv.