Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VA. Belastingrente en revisierente
Artikel 30hb

Artikel 30hb

Laatste versie

Het percentage van de belastingrente bedraagt een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen percentage, dat voor verschillende belastingen en voor in rekening te brengen rente en te vergoeden rente verschillend kan worden vastgesteld.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2020. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad94x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:89 - Rente op onrechtmatig geheven BPM: rechtsmiddelen en EU-doeltreffendheidstoets - 27 januari 2022

ECLI:NL:HR:2022:8927 januari 2022Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de rechtsmiddelen tegen een rentevergoeding op teruggegeven BPM en introduceert een nieuwe toets voor Unierechtelijke doeltreffendheid. De rentevergoeding is adequaat als deze ten minste gelijk is aan een berekening op basis van de bancaire rente op consumptief krediet.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Motorrijtuigenbelasting
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad41x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3606 - Rente bij terugbetaling Unierechtelijk onverschuldigde BPM moet direct na betaling ingaan - 18 december 2014

ECLI:NL:HR:2014:360618 december 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel vereist dat bij terugbetaling van in strijd met het Unierecht geheven belasting, de rentevergoeding moet worden berekend vanaf de dag na de onverschuldigde betaling. Een nationale regeling die de renteperiode later laat aanvangen, is hiermee in strijd.

Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:815 - Belastingrente BTW-compensatiefonds: Toetsingsverbod weegt zwaarder dan onbillijke uitkomst - 8 juni 2023

ECLI:NL:HR:2023:8158 juni 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bevestigt dat het toetsingsverbod (art. 120 Grondwet) de rechter verbiedt een wet in formele zin te toetsen aan het Statuut of algemene rechtsbeginselen. Een groot nadeel door verschillende renteberekeningen was door de wetgever voorzien en is dus geen bijzondere, onverdisconteerde omstandigheid.

BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:1800 - Gerechtshof Den Haag - 16 september 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:180016 september 2024Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:5920 - Rechtbank Gelderland - 28 augustus 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:592028 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:132 - Rentecompensatie bij Unierechtelijk strijdige BPM: objectieve maatstaf en bewijslast - 2 februari 2023

ECLI:NL:HR:2023:1322 februari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij terugbetaling van Unierechtelijk strijdige BPM moet de rentevergoeding worden berekend naar een objectieve maatstaf: de DNB-rente op consumptief krediet. De belastingplichtige hoeft niet de hoogte van zijn individuele leenkosten te bewijzen; deze bewijslast rust niet op hem.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:2524 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 16 april 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:252416 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2024:3043 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:30437 mei 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:2284 - Gerechtshof Amsterdam - 19 juni 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:228419 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:2449 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 april 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:244911 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak