Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 9. Klachtbehandeling
Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan
Afdeling 9.1.2. De behandeling van klaagschriften
Artikel 9:10

Artikel 9:10 (Horen klager en ander bij klachtbehandeling)

Laatste versie

1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid te worden gehoord.

2. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien:

a. de klacht kennelijk ongegrond is, b. de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of c. de klager niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord.

3. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid te worden gehoord.

Dit betekent letterlijk dat het bestuursorgaan de persoon die de klacht heeft ingediend (de klager) en de persoon over wiens gedraging de klacht gaat, de kans moet geven om mondeling hun verhaal te doen (in de gelegenheid te worden gehoord).

2. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien:

Dit betekent letterlijk dat het bestuursorgaan kan besluiten om de klager niet te horen als een van de volgende situaties zich voordoet:

a. de klacht kennelijk ongegrond is,

Dit betekent letterlijk: als het overduidelijk is dat de klacht geen steekhoudende basis heeft (oftewel, kennelijk ongegrond is).

b. de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of

Dit betekent letterlijk: als de klager zelf heeft gezegd dat hij geen gebruik wil maken van zijn recht te worden gehoord.

c. de klager niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord.

Dit betekent letterlijk: als de klager niet binnen een redelijke termijn, die door het bestuursorgaan is gegeven, aangeeft dat hij gebruik wil maken van zijn recht te worden gehoord.

3. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Dit betekent letterlijk dat er een schriftelijk rapport (een verslag) moet worden opgesteld van wat er tijdens het horen is gezegd en besproken.