Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.4. Schadevergoeding
Artikel 8:88

Artikel 8:88 (Bevoegdheid bestuursrechter schadevergoeding onrechtmatig handelen)

Laatste versie

1. De bestuursrechter is bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van:

a. een onrechtmatig besluit; b. een andere onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit; c. het niet tijdig nemen van een besluit; d. een andere onrechtmatige handeling van een bestuursorgaan waarbij een persoon als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, onder a, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden belanghebbende zijn.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het besluit van beroep bij de bestuursrechter is uitgezonderd.

Uitleg in duidelijke taal

1. De bestuursrechter is bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van:

Dit lid stelt dat de bestuursrechter de machtiging (bevoegdheid) heeft om, wanneer een belanghebbende hierom vraagt (op verzoek van een belanghebbende), een bestuursorgaan te verplichten (veroordelen) tot het betalen van een vergoeding voor schade. Het gaat hierbij om schade die de belanghebbende momenteel ondervindt (lijdt) of in de toekomst zal ondervinden (zal lijden), en deze schade moet veroorzaakt zijn (als gevolg van) door:

a. een onrechtmatig besluit;

Dit betreft een besluit dat in strijd is met het recht (onrechtmatig).

b. een andere onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit;

Dit betreft een andere handeling die in strijd is met het recht (onrechtmatig) en die is uitgevoerd als voorbereiding op een besluit dat onrechtmatig is.

c. het niet tijdig nemen van een besluit;

Dit betreft de situatie waarin een bestuursorgaan niet binnen de gestelde termijn (niet tijdig) een besluit neemt.

d. een andere onrechtmatige handeling van een bestuursorgaan waarbij een persoon als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, onder a, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden belanghebbende zijn.

Dit betreft een andere handeling van een bestuursorgaan die in strijd is met het recht (onrechtmatig). Bij deze handeling moet een persoon, zoals omschreven in artikel 8:2, eerste lid, onder a, of diens nabestaanden (nagelaten betrekkingen) of degenen die zijn rechten hebben overgenomen (rechtverkrijgenden), als belanghebbende worden aangemerkt.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het besluit van beroep bij de bestuursrechter is uitgezonderd.

Dit betekent dat de regels uit het eerste lid niet gelden (niet van toepassing zijn) als het betreffende besluit is uitgesloten (uitgezonderd) van de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de bestuursrechter.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4100x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:252 - Overzichtsarrest immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn in belastingzaken - 18 februari 2016

ECLI:NL:HR:2016:25218 februari 2016Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een integraal overzicht van de regels voor de toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Het arrest consolideert en verduidelijkt bestaande jurisprudentie en introduceert enkele nieuwe oordelen.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
College van Beroep voor het bedrijfsleven203x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:190 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 25 maart 2024

ECLI:NL:CBB:2024:19025 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad147x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1748 - FSV-arrest: Onrechtmatige controle Belastingdienst en gevolgen voor de belastingaanslag - 9 december 2021

ECLI:NL:HR:2021:17489 december 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Onrechtmatige gegevensverwerking door de Belastingdienst, zoals via de FSV-databank, leidt niet automatisch tot vernietiging van een correct berekende belastingaanslag. Alleen in uitzonderlijke gevallen van schending van een grondrecht, zoals het discriminatieverbod, kan de controle ontoelaatbaar zijn.

BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad68x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH0546 - Hoge Raad - 8 oktober 2009

ECLI:NL:HR:2009:BH05468 oktober 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting, Inkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Europees Bestuursrecht
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2875 - Vergoeding immateriële schade: gezamenlijke behandeling en matiging bij verschillende belanghebbenden - 16 november 2017

ECLI:NL:HR:2017:287516 november 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad preciseert dat matiging van immateriële schadevergoeding bij gezamenlijke behandeling van zaken van verschillende belanghebbenden alleen is toegestaan als die zaken in hoofdzaak betrekking hebben op hetzelfde onderwerp. Iedere belanghebbende behoudt een zelfstandig recht op schadevergoeding.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Vennootschapsbelasting
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:293 - Immateriële schadevergoeding: grens zeer gering financieel belang vastgesteld - 23 februari 2017

ECLI:NL:HR:2017:29323 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt vast wanneer een procedure betrekking heeft op een zeer gering financieel belang. Dit is het geval als de som van de te betalen bedragen niet meer beloopt dan € 15. Boven dit bedrag bestaat bij overschrijding van de redelijke termijn recht op immateriële schadevergoeding.

Raad van State11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2891 - Raad van State - 16 juli 2024

ECLI:NL:RVS:2024:289116 juli 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:239 - Raad van State - 23 januari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:23923 januari 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AR7765 - Hoge Raad - 16 december 2004

ECLI:NL:HR:2004:AR776516 december 2004Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BU8280 - Hoge Raad - 15 december 2011

ECLI:NL:HR:2011:BU828015 december 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak