Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.2.6. Uitspraak
Artikel 8:69a

Artikel 8:69a (Relativiteitsvereiste geen vernietiging besluit)

Laatste versie

De bestuursrechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept.

Uitleg in duidelijke taal

De bestuursrechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept.

Dit artikel bepaalt dat de bestuursrechter een besluit niet vernietigt op de grond (reden) dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. In essentie betekent dit dat als een rechtsregel is overtreden, de rechter het besluit desondanks niet ongeldig zal verklaren als die specifieke regel duidelijk niet bedoeld was om de belangen te beschermen van de persoon die de zaak bij de rechter heeft aangebracht.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:238 - Hoge Raad herziet procesbelang huurder bij WOZ-beschikking - 7 maart 2024

ECLI:NL:HR:2024:2387 maart 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad nuanceert zijn eerdere jurisprudentie. Een huurder van een geliberaliseerde woning heeft geen procesbelang bij een WOZ-procedure als vaststaat dat een waarde-aanpassing geen financieel gevolg heeft. In dat geval moet het rechtsmiddel, in afwijking van eerdere rechtspraak, niet-ontvankelijk worden verklaard.

Raad van State29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:625 - Raad van State - 13 februari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:62513 februari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2323 - Raad van State - 4 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:23234 juni 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:3413 - Raad van State - 20 augustus 2024

ECLI:NL:RVS:2024:341320 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1131 - Raad van State - 19 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:113119 maart 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:1397 - Raad van State - 2 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:13972 april 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3744 - Raad van State - 17 september 2024

ECLI:NL:RVS:2024:374417 september 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:956 - Raad van State - 5 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:9565 maart 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBMNE:2024:4094 - Rechtbank Midden-Nederland - 26 juni 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:409426 juni 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3874 - Raad van State - 24 september 2024

ECLI:NL:RVS:2024:387424 september 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak