Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.2.6. Uitspraak
Artikel 8:66

Artikel 8:66 (Termijn schriftelijke uitspraak bestuursrechter)

Laatste versie

1. Tenzij mondeling uitspraak wordt gedaan, doet de bestuursrechter binnen zes weken na de sluiting van het onderzoek schriftelijk uitspraak.

2. In bijzondere omstandigheden kan de bestuursrechter deze termijn met ten hoogste zes weken verlengen.

3. Van deze verlenging wordt aan partijen mededeling gedaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. Tenzij mondeling uitspraak wordt gedaan, doet de bestuursrechter binnen zes weken na de sluiting van het onderzoek schriftelijk uitspraak.

Dit betekent letterlijk: De bestuursrechter dient een schriftelijke uitspraak te doen binnen een termijn van zes weken, gerekend vanaf de sluiting van het onderzoek, behalve wanneer er een mondelinge uitspraak wordt gedaan.

2. In bijzondere omstandigheden kan de bestuursrechter deze termijn met ten hoogste zes weken verlengen.

Dit houdt in dat, indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, de bestuursrechter de eerdergenoemde termijn van zes weken kan verlengen met een periode van maximaal zes weken.

3. Van deze verlenging wordt aan partijen mededeling gedaan.

Dit betekent dat de betrokken partijen op de hoogte gesteld moeten worden van een dergelijke verlenging van de termijn.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4081x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:252 - Overzichtsarrest immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn in belastingzaken

ECLI:NL:HR:2016:25219 februari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een integraal overzicht van de regels voor de toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Het arrest consolideert en verduidelijkt bestaande jurisprudentie en introduceert enkele nieuwe oordelen.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ6799

ECLI:NL:HR:2013:BZ679912 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ6800

ECLI:NL:HR:2013:BZ680012 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ6811

ECLI:NL:HR:2013:BZ681112 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:662

ECLI:NL:HR:2022:66229 april 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ6813

ECLI:NL:HR:2013:BZ681312 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:CA2233

ECLI:NL:HR:2013:CA22337 juni 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ6805

ECLI:NL:HR:2013:BZ680512 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ6810

ECLI:NL:HR:2013:BZ681012 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ6820

ECLI:NL:HR:2013:BZ682012 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak