Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.2.2a. Bestuurlijke lus
Artikel 8:51d

Artikel 8:51d (Bestuurlijke lus hoogste aanleg gebrekherstel)

Laatste versie

Indien de bestuursrechter in hoogste aanleg uitspraak doet, kan hij het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. De artikelen 8:51a, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, 8:51b, tweede en derde lid, en 8:51c, aanhef en onderdelen b tot en met d, zijn van toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

Indien de bestuursrechter in hoogste aanleg uitspraak doet, kan hij het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. De artikelen 8:51a, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, 8:51b, tweede en derde lid, en 8:51c, aanhef en onderdelen b tot en met d, zijn van toepassing.

Dit artikel bepaalt dat wanneer de bestuursrechter die in de hoogste instantie oordeelt (de bestuursrechter in hoogste aanleg) een uitspraak doet, deze rechter de bevoegdheid heeft om het bestuursorgaan de opdracht te geven een fout of tekortkoming (een gebrek) in het besluit waar de procedure over gaat (het bestreden besluit) zelf te corrigeren (herstellen) of door een ander te laten corrigeren (laten herstellen). Verder stelt het artikel dat specifieke andere wetsartikelen, namelijk artikel 8:51a (het eerste lid, tweede volzin, en het tweede lid), artikel 8:51b (het tweede en derde lid), en artikel 8:51c (de aanhef en de onderdelen b tot en met d), hierbij ook gelden (van toepassing zijn).

Gerelateerde rechtspraak

Centrale Raad van Beroep178x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CRVB:2024:726 - Centrale Raad van Beroep - 17 april 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:72617 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:625 - Raad van State - 13 februari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:62513 februari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:951 - Raad van State - 5 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:9515 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2023:4798 - Raad van State - 26 december 2023

ECLI:NL:RVS:2023:479826 december 2023Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:21432 - Rechtbank Den Haag - 17 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:2143217 december 2023Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:3869 - Raad van State - 24 september 2024

ECLI:NL:RVS:2024:386924 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:3421 - Raad van State - 20 augustus 2024

ECLI:NL:RVS:2024:342120 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1539 - Raad van State - 16 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:153916 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1046 - Raad van State - 12 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:104612 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2498 - Raad van State - 18 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:249818 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak