Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.2.2a. Bestuurlijke lus
Artikel 8:51b

Artikel 8:51b (Bestuurlijke lus mededeling herstel zienswijze)

Laatste versie

1. Het bestuursorgaan deelt de bestuursrechter zo spoedig mogelijk mede of het gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen of te laten herstellen.

2. Indien het bestuursorgaan overgaat tot herstel van het gebrek, deelt het de bestuursrechter zo spoedig mogelijk schriftelijk mede op welke wijze het gebrek is hersteld.

3. Partijen kunnen binnen vier weken na verzending van de mededeling bedoeld in het tweede lid, schriftelijk hun zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld, naar voren brengen. De bestuursrechter kan deze termijn verlengen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bestuursorgaan deelt de bestuursrechter zo spoedig mogelijk mede of het gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen of te laten herstellen.

Dit artikelonderdeel betekent letterlijk dat het bestuursorgaan aan de bestuursrechter zo spoedig mogelijk laat weten (mede deelt) of het de geboden kans (gelegenheid) gebruikt om het geconstateerde gebrek zelf te herstellen of door een ander te laten herstellen.

2. Indien het bestuursorgaan overgaat tot herstel van het gebrek, deelt het de bestuursrechter zo spoedig mogelijk schriftelijk mede op welke wijze het gebrek is hersteld.

Dit artikelonderdeel betekent letterlijk dat, als het bestuursorgaan daadwerkelijk begint met het herstellen van het gebrek (overgaat tot herstel), het aan de bestuursrechter zo spoedig mogelijk schriftelijk laat weten (mede deelt) op welke manier (op welke wijze) het gebrek is hersteld.

3. Partijen kunnen binnen vier weken na verzending van de mededeling bedoeld in het tweede lid, schriftelijk hun zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld, naar voren brengen. De bestuursrechter kan deze termijn verlengen.

Dit artikelonderdeel betekent letterlijk dat partijen de mogelijkheid hebben om binnen vier weken nadat de in het tweede lid genoemde mededeling (over het herstel) is verzonden, schriftelijk hun standpunt (zienswijze) kenbaar te maken (naar voren te brengen) over de manier waarop het gebrek is hersteld. De bestuursrechter heeft de bevoegdheid (kan) om deze termijn te verlengen.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Noord-Nederland1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBNNE:2023:5224 - Rechtbank Noord-Nederland - 19 december 2023

ECLI:NL:RBNNE:2023:522419 december 2023Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:3348 - Rechtbank Rotterdam - 15 april 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:334815 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:11248 - Rechtbank Den Haag - 17 juli 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1124817 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:2520 - Rechtbank Noord-Nederland - 1 juli 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:25201 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:473 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 januari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:47322 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:6662 - Rechtbank Den Haag - 19 maart 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:666219 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:1748 - Rechtbank Den Haag - 14 februari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:174814 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2024:504 - Rechtbank Amsterdam - 25 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:50425 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:10860 - Rechtbank Rotterdam - 23 oktober 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:1086023 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3207 - Raad van State - 6 augustus 2024

ECLI:NL:RVS:2024:32076 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak