Artikel 8:51 (Onderzoek ter plaatse door griffier)
1. De bestuursrechter kan aan de griffier opdragen een onderzoek ter plaatse in te stellen. Deze heeft daarbij toegang tot elke plaats voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de hem opgedragen taak nodig is. De bestuursrechter is bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden.
2. Artikel 8:50, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Van het onderzoek wordt door de griffier een proces-verbaal opgemaakt, dat door hem wordt ondertekend.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bestuursrechter kan aan de griffier opdragen een onderzoek ter plaatse in te stellen. Deze heeft daarbij toegang tot elke plaats voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de hem opgedragen taak nodig is. De bestuursrechter is bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden.
Dit lid stelt dat de bestuursrechter de griffier de opdracht kan geven om een onderzoek ter plaatse uit te voeren. De griffier heeft voor dit onderzoek toegang tot elke plaats, mits dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor het uitvoeren van de hem opgedragen taak. Verder is de bestuursrechter bevoegd om een machtiging tot binnentreden te verlenen.
2. Artikel 8:50, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Dit lid bepaalt dat het tweede en derde lid van artikel 8:50 van de Algemene wet bestuursrecht op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor het in dit artikel beschreven onderzoek ter plaatse.
3. Van het onderzoek wordt door de griffier een proces-verbaal opgemaakt, dat door hem wordt ondertekend.
Dit lid schrijft voor dat de griffier een proces-verbaal moet opmaken van het onderzoek. Dit proces-verbaal moet vervolgens door de griffier zelf worden ondertekend.