Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.1. Algemene bepalingen over het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.1.5. Partijen
Artikel 8:29

Artikel 8:29 (Beperkte kennisneming stukken partijen gewichtige redenen)

Laatste versie

1. Partijen die verplicht zijn inlichtingen te geven dan wel stukken over te leggen, kunnen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, het geven van inlichtingen dan wel het overleggen van stukken weigeren of de bestuursrechter mededelen dat uitsluitend hij kennis zal mogen nemen van de inlichtingen onderscheidenlijk de stukken.

2. Gewichtige redenen zijn voor een bestuursorgaan in ieder geval niet aanwezig, voor zover ingevolge de Wet open overheid de verplichting zou bestaan een verzoek om informatie, vervat in de over te leggen stukken, in te willigen.

3. De bestuursrechter beslist of de in het eerste lid bedoelde weigering onderscheidenlijk de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.

4. Indien de bestuursrechter heeft beslist dat de weigering gerechtvaardigd is, vervalt de verplichting.

5. Indien de bestuursrechter heeft beslist dat de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is, kan hij slechts met toestemming van de andere partijen mede op de grondslag van die inlichtingen onderscheidenlijk die stukken uitspraak doen. Indien de toestemming wordt geweigerd, wordt de zaak verwezen naar een andere kamer.

6. Inzake een beroep tegen een besluit op grond van de Wet open overheid neemt, in zo verre in afwijking van het eerste en derde lid, uitsluitend de bestuursrechter kennis van de stukken waarvan op grond van de Wet open overheid om openbaarmaking of verstrekking is verzocht. De toestemming, bedoeld in het vijfde lid, is van rechtswege verleend.

Uitleg in duidelijke taal

1. Partijen die verplicht zijn inlichtingen te geven dan wel stukken over te leggen, kunnen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, het geven van inlichtingen dan wel het overleggen van stukken weigeren of de bestuursrechter mededelen dat uitsluitend hij kennis zal mogen nemen van de inlichtingen onderscheidenlijk de stukken.

Dit lid stelt dat partijen die de plicht hebben om inlichtingen te verschaffen of stukken te overhandigen, dit mogen weigeren indien zij daarvoor gewichtige redenen hebben. Als alternatief kunnen zij de bestuursrechter informeren dat alleen de bestuursrechter zelf de inlichtingen respectievelijk de stukken mag inzien.

2. Gewichtige redenen zijn voor een bestuursorgaan in ieder geval niet aanwezig, voor zover ingevolge de Wet open overheid de verplichting zou bestaan een verzoek om informatie, vervat in de over te leggen stukken, in te willigen.

Dit lid preciseert dat voor een bestuursorgaan er in elk geval geen sprake is van gewichtige redenen, voor zover er op grond van de Wet open overheid een verplichting zou bestaan om een verzoek om informatie, die in de te overleggen stukken is opgenomen, in te willigen.

3. De bestuursrechter beslist of de in het eerste lid bedoelde weigering onderscheidenlijk de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.

Dit lid bepaalt dat de bestuursrechter de beslissing neemt of de in het eerste lid genoemde weigering om inlichtingen te geven of stukken over te leggen, respectievelijk de beperking van de kennisneming daarvan (dat alleen de rechter de informatie mag zien), gerechtvaardigd is.

4. Indien de bestuursrechter heeft beslist dat de weigering gerechtvaardigd is, vervalt de verplichting.

Dit lid stelt dat als de bestuursrechter heeft beslist dat de weigering terecht is, de verplichting om de inlichtingen te geven of stukken over te leggen, vervalt.

5. Indien de bestuursrechter heeft beslist dat de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is, kan hij slechts met toestemming van de andere partijen mede op de grondslag van die inlichtingen onderscheidenlijk die stukken uitspraak doen. Indien de toestemming wordt geweigerd, wordt de zaak verwezen naar een andere kamer.

Dit lid regelt dat als de bestuursrechter heeft beslist dat de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is, de rechter slechts met toestemming van de andere partijen mede op basis van die inlichtingen respectievelijk die stukken uitspraak kan doen. Indien de andere partijen deze toestemming weigeren, wordt de zaak verwezen naar een andere kamer van de rechtbank.

6. Inzake een beroep tegen een besluit op grond van de Wet open overheid neemt, in zo verre in afwijking van het eerste en derde lid, uitsluitend de bestuursrechter kennis van de stukken waarvan op grond van de Wet open overheid om openbaarmaking of verstrekking is verzocht. De toestemming, bedoeld in het vijfde lid, is van rechtswege verleend.

Dit lid bepaalt dat in het geval van een beroep tegen een besluit gebaseerd op de Wet open overheid, en in afwijking van het eerste en derde lid, uitsluitend de bestuursrechter kennisneemt van de stukken waarvan op grond van de Wet open overheid om openbaarmaking of verstrekking is gevraagd. De toestemming die in het vijfde lid wordt genoemd, wordt in deze situatie van rechtswege (automatisch) geacht te zijn verleend.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4081x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:252 - Overzichtsarrest immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn in belastingzaken

ECLI:NL:HR:2016:25219 februari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een integraal overzicht van de regels voor de toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Het arrest consolideert en verduidelijkt bestaande jurisprudentie en introduceert enkele nieuwe oordelen.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad174x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:874

ECLI:NL:HR:2015:87410 april 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad160x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BA3823

ECLI:NL:HR:2008:BA382325 april 2008Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad89x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1129

ECLI:NL:HR:2013:112915 november 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad77x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BB3489

ECLI:NL:HR:2007:BB348914 september 2007Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad61x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3600

ECLI:NL:HR:2015:360018 december 2015Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Inkomstenbelasting, Vermogensbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad65x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1670

ECLI:NL:HR:2020:167023 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1042

ECLI:NL:HR:2013:104225 oktober 2013Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3602

ECLI:NL:HR:2015:360218 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad31x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB5868

ECLI:NL:HR:2008:BB586825 april 2008Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak