Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.1. Algemene bepalingen over het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.1.5. Partijen
Artikel 8:28a

Artikel 8:28a (Zwijgrecht partij bestuurlijke boete beroep)

Laatste versie

1. Indien het beroep is ingesteld tegen een bestuurlijke boete is, in afwijking van de artikelen 8:27 en 8:28, de partij aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, niet verplicht omtrent de overtreding verklaringen af te leggen.

2. Voor de bestuursrechter deze partij verhoort, deelt hij haar mede dat zij niet verplicht is tot antwoorden.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien het beroep is ingesteld tegen een bestuurlijke boete is, in afwijking van de artikelen 8:27 en 8:28, de partij aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, niet verplicht omtrent de overtreding verklaringen af te leggen.

Dit lid bepaalt dat indien een beroep is ingesteld tegen een bestuurlijke boete, de partij aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, in afwijking van de artikelen 8:27 en 8:28, niet verplicht is om verklaringen af te leggen omtrent de overtreding.

2. Voor de bestuursrechter deze partij verhoort, deelt hij haar mede dat zij niet verplicht is tot antwoorden.

Dit lid schrijft voor dat voordat de bestuursrechter deze partij (de partij aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd en die beroep heeft ingesteld) verhoort, de bestuursrechter haar (de partij) moet mededelen dat zij niet verplicht is tot antwoorden.